Bliksoep en andere beproevingen van een heer

Al bij de inschrijving van het eerste Archiefstuk voor
het Bouillonistisch Archief kondigde ik, tussen de regels
door, het tweede Archiefstuk aan.
Tijd om daarvoor vandaag de officiële inschrijving
te voltrekken.

Het gaat om De avonturen van Olivier B. Bommel en zijn
jonge vriend Tom Poes.
Veel van die avonturen zijn doorspekt met eenvoudige
doch voedzame maaltijden, vaak bij de bezegeling van
het avontuur.

Met enige regelmaat verschijnt soep daarbij als onderdeel
van het verhaal of de epiloog..

IMG_7779PeterAbelBewogenAanhalingenEenOnthulendeLijstCiatenUitDeVerhalenVanMartenToonderUitgezochtEnVoorDagelijksGebruikGerangschiktDoorDeBezigeBij

Peter Abel, Bewogen Aanhalingen – Een onthulende lijst ciaten uit de verhalen van Marten Toonder. Uitgezocht en voor dagelijks gebruik gerangschikt door. De Bezige Bij.


Dankzij het werk van Peter Abel, die een inventarisatie
van Bewogen Aanhalingen in het werk van Marten Toonder
heeft gemaakt, kan ik vandaag een drietal soepsituaties,
elk een miniatuur van bouillonistische betekenis,
als Archiefstuk 002 opnemen:

8363
‘Ik heb mij verstout een eenvoudige Potage à la Conserve en enkele Saucisses Choucroutes voor te bereiden. Mag ik u voorgaan?’

6072
Een onverwachte wolkbreuk veranderde heer Bommels kampplaats in een modderpoel en verdunde zijn soep op onsmakelijke wijze.

4221
De bekwame bediende slaagde er in enkele blikjes te vinden, zodat hij binnen korte tijd een warm bord erwtensoep op tafel kon zetten. Daar hield heer Bommel toen een toespraak bij die het voedsel aanmerkelijk deed afkoelen.

De nummers verwijzen naar de tekeningen waar de tekst
bij hoort. In de boeken van Toonder worden de individuele
verhalen ook steeds begrensd met het begin- en eindnummer
van de tekeningen waarbinnen zich het verhaal afspeelt.
Als een verwijzing naar het recept.

In een eerste observatie op basis van deze drie fragmenten
kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat het leven van
een heer zich zelden laat reduceren tot eenvoud.

In deze fragmenten wordt meermaals de maag bediend
met soep uit blik. Dat is niet per se slecht of zonder
smaak maar het getuigt ook niet een verfijnd verlangen
naar een vers bereide maaltijd.

Één van de teksten wekt de indruk dat het verdunnen
van soep tot een smakelijk resultaat leidt
terwijl een heer weet dat het verdunnen het tegenover
gestelde van verrijken is. Het verrijken van het leven
van andere is nu net een van de levenslessen van de
vader van Olie B. Bommel en van heren in het algemeen.

Gelukkig heeft de biograaf van de heer O.B. Bommel, de
heer Marten Toonder, ons vele bouillonistische kronieken
nagelaten waarin we kennis kunnen nemen van
de levensloop van een heer van stand.

Ook Godfried Bomans, in zijn hoedanigheid van
opvolger van burgemeester Dickerdack,
was zo goed om ons inzage te geven in het leven
van een heer. In zijn uitleiding van een van de
boeken introduceert hij Eduard Maurits Elias.

Deze nam zelf de pen ter hand en liet ons documentatie
na over zijn flaneuravonturen in Den Haag.
En hoewel Flaneur niet het centrale onderwerp vormt van
Archiefstuk 002, levert hij wel ondersteunende informatie
die een beeld geeft van het denkraam van een heer.

FlaneurHetVaderland19581017FlitsenVanFlaneur

FlaneurHetVaderland19580927FlaneurHetVaderland19580927HetAtomischEnSoepjaar

De pagina en de kolom waarin Eduard Elias ons laat proeven aan het leven van een heer in een “Het Atomische en Soepjaar”.


Flaneur, Het Vaderland, 27 september 1958:

Ik maak mij nu ten snelste los uit de ban van het jaar 1897, om mij met volle geestdrift terug te storten in de bewogenheid van het jaar 1958, dat door latere sociologen, naar ik vermoed, als het “Het Atomische en Soepjaar” zal worden gekenschetst, omdat het zowel de wonderen van het Atomium, als die van hart- en maag-verrukkende Soepen (met oogstverse groenten en lente-sappige stukjes vlees) bereikbaar maakte voor gans een volk.
Het is een goed ding dat gij, mijne wekelijkse leesklanten, wanneer gij, de begroting van hierboven met die van de here Hofstra vergelijkend, daarna wellicht een beetje mistroostig wordt, een mooi stuk blijdschap en lust in het leven kunt terugwinnen bij de gedachte aan de brede stromen soep, die door mensenminnende potagisten en consommenten over dit lage land, waar eens uw wiegje stond, worden uitgestort.

FlaneurHetVaderland19581017FlaneurHetVaderland19581017Soep03

‘als de soep maar op tafel en de jolijt op het televisievenster en het bioscoopscherm komt’, aldus Elias.


Flaneur, Het Vaderland, 17 oktober 1958:

Nog onlangs heeft de Utrechtse hoogleraar dr. Rümke een, in al zijn zakelijkheid, diep-aangrijpend vertoog gehouden over het feit zelfs de door van de mens ‘geleid’ wordt en dat het de mens niet meer vrij staat zijn eigen individuele dood te sterven. Alles wordt daarvoor in het ziekenhuis, naar de regelen der onpersoonlijke nuttigheid, in gereedheid gebracht.
Ik zal daar niet verder in treden. Ik zou te ver verwijderd geraken van de sfeer van deze zaterdagse kolommen.
Ik wilde eigenlijk alleen maar zeggen, dat de serie foto’s in onze krant voor de goede verstaander onthullend was. Hij wist het allemaal wel. Maar nu kon hij het duidelijk zien. Hoe ons leven door strepen en pijlen geleid wordt en hoe wij langs de kalklijnen, door de overheid getrokken, als onpersoonlijke kuddedieren onze weg moeten gaan.
Die plaatjes demonstreren dan nog maar alleen de mens-op-straat; de kudde in het verkeer. Maar de strepen en pijlen en de bordjes staan – zij het onzichtbaar voor het oog – overal. En de kalklijnen traceren ons gehele leven.
Wij laten ons maar doen.
De zwakke weerstand der individualisten wordt weggedrongen en overspoeld door de springvloeden van de steeds aangroeiende massa, die al best tevreden is als de soep maar op tafel en de jolijt op het televisievenster en het bioscoopscherm komt.

FlaneurHetVaderland19581129FlaneurHetVaderland19581129Soep

De echte cultivé parels.


Flaneur, Het Vaderland, 29 november 1958:

Mijn wandeling door het centrum bracht mij ook voor een juwelierszaak, waar ik in de etalage een bordje zag “Echte cultivé parels”.
Ik heb ze niet gekocht.
Ik ben een restaurant binnengelopen waar ik mij heb tegoed gedaan aan een kop echte mock turtle soep, gevolgd door wat gerookte zalm van echte gekleurde koolvis en een kreeftkokteel van veritabele krab.
Jammer dat ik een vlek maakte op mijn das van echte kunstzijde.

FlaneurHetVaderland19581017FlaneurOndertekening


Hieronder volgen nog foto’s over de boeken die ik van
Ollie B. Bommel heb. Daarin zal snel opvallen dat het
niet alleen de teksten over soep zijn die de garnering
van deze Nederlandstalige gerechten zo bijzonder maken.
Laten we niet vergeten hoe de humor, de prachtige
tekeningen, de karakters van de hoofdrolspelers,
het taalgebruik en de titels van de boeken en verhalen,
dit gerecht op de juist gebalanceerde
en delicate manier kruiden.
Ollie B. Bommel is hiermee gecanoniseerd als
Archiefstuk 002 in het Bouillonistisch Archief.

IMG_7783MartenToonderOllieBBommelEnDeBeuhaas

Marten Toonder, Ollie B. Bommel en de beuhaas. Of en in welke vorm dit verhaal in de handelgeweest is geweest weet ik niet. Dit is een afgeschreven exemplaar uit de bibliotheek.

IMG_7784MartenToonderOllieBBommelEnDeBeuhaasIMG_7785MartenToonderOllieBBommelEnDeBeuhaasOpenbareBibliothekenBredaFiliaalDeVlierenDrStruijckenstr161-Tel44178AfdelingJeugdC5028-74Afgeschreven

Marten Toonder, Ollie B. Bommel en de beuhaas. Openbare Bibliotheken Breda – Filiaal De Vlieren, Dr. Struijckenstr 161 – Tel 44178 – Afdeling Jeugd. C – 5028:74. Afgeschreven.

IMG_7786MartenToonderEenHeerMoetAllesAlleenDoenDeFunixDeToornviolenDeTriffelhoedster

Ook afgeschreven. Marten Toonder, Een heer moet alles alleen doen – de feunix, de toornviolen, de trullenhoedster.

IMG_7787 MartenToonderEenHeerMoetAllesAlleenDoen

Emoticons kende we toen ook al.

IMG_7789 MartenToonderEenHeerMoetAllesAlleenDoenIMG_7790MartenToonderEenHeerMoetAllesAlleenDoenDeFunixDeToornviolenDeTriffelhoedster1969

De tekstverwerker heette toen nog typemachine….

IMG_7791MartenToonderEenHeerMoetAllesAlleenDoenDeFunixDeToornviolenDeTriffelhoedster1969Uitleiding

In dit voorbeeld worden de nummers van de verhalen niet vermeld. De ‘Uitleiding’ staat in deze inhoudsopgave wel genoemd. De uitleiding was een overweging, in dit geval geschreven door Jan Gerard Toonder (de broer van Marten), van zo’n 18 pagina’s.

IMG_7793MartenToonderEenHeerMoetAllesAlleenDoenDeFunixDeToornviolenDeTriffelhoedster1969VoorbeeldEenvoudigeDochVoedzameMaaltijd

Marten Toonder, Een heer moet alles alleen doen, De feunix, de toornviolen, de trullenhoedster, 1969. Voorbeeld van een eenvoudige doch voedzame maaltijd. Joost laat een schaal uit de handen vallen maar geeft te kennen nog meer voedsel in de keuken te hebben en de gevallen bloemkool wel zelf te nemen.

IMG_7798MartenToonderDaarZitIetsAchterDeWeetmutsHetVergeetboekje1980

In mijn verzameling zitten ook boeken die ik later zelf kocht zoals dit exemplaar van: Marten Toonder, Daar zit iets achter met de verhalen De weetmuts en Het vergeetboekje, 1980.

IMG_7862MartenToonderDeTitels

Overzicht van mijn beperkte verzameling met veel intrigerende titels.


Officiële Opname in het Bouillonistisch Archief

Stuk nr. 002:
Het oeuvre van Marten Toonder, specifiek Olivier B. Bommel en de soepfragmenten

Titel:
De avonturen van Olivier B. Bommel en zijn jonge vriend Tom Poes, met bijzondere aandacht voor drie soepsituaties

Auteur:
Marten Toonder (specifieke fragmenten benoemd)
Inventarisatie: Peter Abel
Documentatie & Canonisering: Argus
Datum van opname: 20 oktober 2025
Locatie: Breda, Nederland

Reden van opname:
Dit Archiefstuk documenteert drie soepsituaties waarin de soep niet slechts voedsel is, maar een semiotisch vehikel voor status, mislukking en ritueel herstel. De soep komt uit blik, wordt verdund door wolkbreuken, en koelt af onder het gewicht van een toespraak. Toch blijft zij aanwezig. Als dampende getuige van het herenleven. De typografie met tekeningen zijn dienstbaar, de humor is gelaagd, de canonisering is onvermijdelijk. De heer Bommel flaneert, struikelt, spreekt, en eet. De soep luistert.

Ceremonieel besluit:
Met dit document wordt het werk van Marten Toonder, in de vorm van drie geciteerde soepsituaties en omliggende reflectie, officieel opgenomen als Archiefstuk nr. 002 in het Bouillonistisch Archief. Het dient als bewijs van de waarde van soep in het literaire herenleven. Het mag herlezen worden bij elke blikopener. Het mag geciteerd worden bij elke verdunning. Het mag dampen naast de het wrk van Daniil Charms.

Ondertekend door:
– De curator (in flanerende tred)
– De zilveren blikopener
– De typografische schaduw van Peter Abel
– De wolkbreuk met canoniserende intenties
– De soepkom, licht verdund


Gelezen

De afgelopen week ontving ik en las ik het boek ‘Bommeldingen’.
Verhalen over Marten Toonder en Olivier B. Bommel.
Echte fanlectuur.

KlaasDriebergenBommeldingen

Op de HAVO had ik een vooruitstrevende (!) leraar Nederlands die vol vuur kon vertellen over de avonturen van Tom Poes en Olivier B. Bommel. Er mocht zelfs een boek van Marten Toonder op de lijst Nederlands. Inclusief de plaatjes op iedere pagina.


De boeken over Bommel en Tom Poes zijn erg onderhoudend
en hebben vaak ook echt inhoud.
Een plezier om te lezen.

Dit boek van Klaas Driebergen schiet wel eens door
in bewondering:
ik hoef niet te lezen over alle automodellen die
Marten Toonder ooit heeft bezeten en gereden.
Soms worden invloeden op Toonder beschreven die er
wel erg met de haren worden bij gesleept.
Ook zonder David en Goliath is ‘De tovertuin’ een
leuk verhaal.

Maar een verhaal over de rol van de boeken en de
bibliotheek is de verhalenreeks, is andere koek.
Dat levert een prachtige verzameling fragmenten op en
heel regelmatig een glimlacht.

Zeker als je jezelf realiseert dat ik ook in een luie
stoel zat te lezen en dat niet alles wat ik lees een
heel hoog wetenschappelijk niveau heeft.
Ik heb alleen geen open haard.

Eerder deze week gevonden in de kringloopwinkel

IMG_1825IngeWijdeAJBoerKluchtenEnDramasInDenKunsthandelDerdeDruk1946NederlandseUitgeversmaatschappijNVLeiden

Inge Wijde, pseudoniem van kunsthandelaar A.J. Boer, Kluchten en drama’s in den kunsthandel. Het exemplaar is misschien niet de mooiste die je er van kunt krijgen. Maar ik kocht de drie boeken die ik de afgelopen dagen liet zien voor 2 euro. Het gaat hier om de derde druk uit 1946.


Voor mij was de vraag: wie is die Inge Wijde?
Veel informatie kon ik er niet over vinden behalve dan in een artikel
van Lien Heyting in het NRC:

Lien Heyting, 31 december 1993, NRC:

De meester-vervalser

A.J. Boer, de eigenaar van de Haagse kunsthandelaar Oudt-Holland, waar Eterman voor en na de oorlog zijn doeken exposeerde, heeft op het toneel van de kunstvervalsingen een merkwaardige rol gespeeld. Onder het pseudoniem Inge Wijde publiceerde hij in 1944 het boekje Kluchten en drama’s in de kunsthandel. Hierin beschrijft hij een kunsthandelaar die een stroom vervalsingen onder ogen krijgt. Inge Wijde constateert: ‘De Rembrandtjes, de Frans Halsjes, de B.C. Koekkoeks, de Schelfhouten, de Marissen en Breitners worden verhandeld of het knikkers zijn. Het publiek koopt ze gretig, of ze mooi en echt zijn is een ander verhaal. Voeg daarbij dat een groot deel koopt in de verbeelding zelf te kunnen beoordeelen wat goed of slecht, valsch of echt is, dan begrijpt u dat het een dikke tijd voor de kunstzwendelaars en voor de vaak even gevaarlijke amateurs en gentleman-dealers is.”

 

Aan Ed Gerdes, tijdens de oorlog hoofd van de Afdeling Beeldende Kunsten bij het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten, meldde A.J. Boer in 1944 in een likkerig briefje dat hij zijn boekje geschreven had ‘in het directe belang van cultuurkamer en publiek’. Hij had het niet onder eigen naam gedaan, zo voegde hij hieraan toe, omdat het dan reclame voor zijn eigen firma geweest zou zijn.

 

Probeerde Boer met zijn publicatie op sluwe wijze tegenover de nationaal-socialistische autoriteiten de aandacht af te leiden van zijn eigen handel en wandel, zijn blazoen te zuiveren door zich voor te doen als een handelaar die niet meedeed aan de verlakkerij en deze juist manmoedig aan de kaak stelde? Het zou wel buitengewoon doortrapt zijn geweest.

 

Haagse antiquairs die Aad Boer nog gekend hebben, beschrijven hem als ‘een mannetje dat in schilderijen deed en daar dik zijn geld mee verdiende’. Dat hij in de oorlog handel dreef met de Duitsers staat volgens hen vast: ‘Als je, zoals hij, een open zaak had, kwamen er Duitsers binnen. En die kochten, vooral wanneer je oud-Hollandse kunst kon aanbieden.”

 

De veronderstelling dat A.J. Boer in zijn kunsthandel Oudt-Holland de vervalsingen van Eterman te gelde maakte, ligt voor de hand. Maar hier tasten we in het duister. Er waren talloze mogelijkheden voor Eterman om zijn meesterwerken te slijten. In Den Haag was bijvoorbeeld van enkele veilinghuizen bekend dat ze zich niet bekommerden om de herkomst van de vele oude schilderijen die ineens opdoken.

 

Als Boer wel medeplichtig was aan de verkoop van Etermans namaaksels, dan zou men zelfs kunnen opperen dat het een daad van vaderlandsliefde was om de Duitsers met vervalsingen af te schepen. Als dit zo zou zijn, dan was zijn boekje en het briefje aan cultuurbaas Gerdes dubbel doortrapt.

Op Wikipedia vind je het volgende over Eterman:

Joannes Mathias Diekmann (Den Haag, 18 november 1889 – aldaar, 22 april 1955) was een Nederlands kunstschilder en meestervervalser.

 

Diekmann is niet erg bekend geworden met zijn schilderijen, maar behoorde tot de vriendenkring van Marten Toonder. Marten Toonder besteedde in zijn memoires veel aandacht aan de in mystiek geïnteresseerde schilder. Diekmann was de inspiratie voor de stripfiguur Terpen Tijn in de Bommelsaga.

Diekmann werkte onder het pseudoniem Eterman, maar signeerde zijn schilderijen ook met namen van 17e-eeuwse Hollandse meesters. Hij stond bekend als meestervervalser.

IMG_1826IngeWijdeAJBoerKluchtenEnDramasInDenKunsthandelWDeJongVHFPDHuyBoekhandelMiddelburg

Het boek is origineel verkocht door een boekhandel in Middelburg: W. de Jong, voorheen F.P. d’Huy.


MiddelburgLangeBurgVanafDeMarktNaarDeGroenmarktGeheelRechtsNR26BoekhandelVanD'HuyInBeheerDoorWDeJong

Van die boekhandel vond ik op internet de volgende afbeelding. Het is een ansichtkaart van de Lange Burg in Middelburg met helemaal rechts vooraan op nummer 26 de boekhandel van d’Huy in beheer door W. de Jong.


Op de website van Lukas de Jong staat een ansichtkaart van Middelburg
met daarbij de volgende tekst:

Lange Burg, vanaf de Markt naar de Groenmarkt, geheel rechts nr.26, boekhandel van d’Huy in beheer door W. de Jong, Wal 1. bron: Kees d’Huy

IMG_1827IngeWijdeAJBoerKluchtenEnDramasInDenKunsthandelIllustratiesVanPolDomPhotosVanADingjanDerdeDruk1946NederlandseUitgeversmaatschappijNVLeiden

De titelpagina vermeldt de tekenaar die de mooie illustraties maakte: Pol Dom. De foto’s in het boek zijn van A. Dingjan. De uitgever is Nederlandse Uitgeversmaatschappij N.V., Leiden.


IMG_1828IngeWijdeAJBoerKluchtenEnDramasInDenKunsthandelDeTienGebodenVoorDenKunsthandel

Achter in het boek staan dan nog 10 adviezen van de schrijver: De tien geboden voor den kunstkooper.


1. Bewonder eerst het werk….dan de signatuur.
2. Beter een goede reproductie dan een slecht schilderstuk.
3. Lees over kunst, ga kunst zien en ook gij zult gaan begrijpen.
4. Kunst is altijd goedkoop, rommel steeds te duur.
5. De naam is te vervalschen….een genie nooit.
6. Het goede werk van den kleinen meester is vaak beter dan het slechte van den grooten.
7. Verzamel schilderijen, geen namen.
8. Wees met kunst nooit eenzijdig, waardeer het goede uit alle tijden.
9. De waarde van een kunstwerk is met liefde uit te drukken….niet met cijfers.
10. Een kunstwerk is bestemd voor de eeuwigheid, verzorg het dus als gold het U zelf.

IMG_1830IngeWijdeAJBoerKluchtenEnDramasInDenKunsthandelPetrusVanSchendelTijdgenootNavolger

Aan het eind van het boek staat dan nog een serie voorbeelden van waar het mis gaat in de handel. Ik koos dit voorbeeld met een werk van Petrus van Schendel (rechts) en dat van een tijdgenoot/navolger (links).


Dan moet ik het boek nog lezen!
De tekeningen in het boek zijn heel grappig.
Ik hoop dat de tekst dat ook is.