De lange afstanden in China leg ik af met de trein,
de hogesnelheidstrein.
Vanuit Dunhuang ga ik naar Lanzhou, een heel andere stad.
Dunhuang is rustig, weinig verkeer, relaxed.
In Dunhuang wonen zo’n 200.000 mensen.
Lanzhou is een stad met 4 miljoen inwoners (2020).
Dat was even iets anders.
Toen ik de reis plande was het idee dat er een transfer nodig
was vanaf het hotel in Dunhuang naar een station voor de
hogesnelheidstrein 180 kilometer verderop.
Maar tijdens de coronaperiode was er wel het een en ander
veranderd. Na een taxirit van 20 minuten stopte de taxi
voor een groot gebouw. Dat bleek het station te zijn.
De eerlijkheid gebied te zeggen dat de trein waar ik in stapte
dat wel de hogesnelheidstrein was maar dat de rails daar
nog niet helemaal was aangepast. Dus het eerste deel van de
reis ging ‘langzaam’.
De eerste indrukken van China laten zich samenvatten als: groot, weids.
Overal sporen van menselijke activiteiten.
Hier ongeveer wisselden we van spoor en ging de snelheid fors omhoog.
De trein stopt slechts op een paar plaatsen zoals hier: Zhangyexi Railway Station (Zhangye West Railway Station).
Er komen mooie landschappen voorbij. Met besneeude bergtoppen in de verte op sommige delen van het traject.
Xining Railway Station.
Minhenan Railway Station. ‘Bijna’ in Lanzhou.
Lanzhou vanuit de taxi. Dat is een heel andere drukte dan die ik de dagen ervoor gewend was.
Het zicht vanuit de hotelkamer.
Een voetgangerscirkel of voetgangersviaduct.
Tijd on te eten en rusten.























