The Posthumous Papers of the Pickwick Club, ook wel The Pickwick Papers
(Nederlands: De nagelaten papieren van de Pickwick Club)
is de eerste roman van de Engelse schrijver Charles Dickens uit 1836.
Wikipedia:
Dickens werd in 1836 uitgenodigd de begeleidende tekst te schrijven bij een serie prenten over ‘de komische wederwaardigheden tijdens de jacht en visvangst’ van de Londense ‘Nimrod Club’, van de hand van de bekende tekenaar Robert Seymour. Hij stemde toe in het schrijven van een serie vermakelijk schetsen, maar alleen onder de voorwaarde dat Seymour zijn teksten zou volgen in plaats van andersom.
Het werk zou verschijnen in een voor die tijd vrij nieuwe vorm van goedkope maandelijkse afleveringen, waarvan de eerste verscheen op 31 maart 1836. De samenwerking met Seymour duurde echter niet lang: hij pleegde zelfmoord op 20 april en werd opgevolgd door Hablot K. Browne (‘Phiz’), die vervolgens 23 jaar lang Dickens’ illustrator zou blijven.
Een van de hoofdpersonen van dit boek is Mr. Pickwick (Samuel Pickwick).
In de serie prenten die ik onlangs kocht zitten er 2 die met die boek
te maken heeft:
Mr. Samuel Pickwick.
Weller Senior.
De vrienden van Mr Pickwick zijn de ‘vurige’ Tracy Tupman,
de ‘dichterlijke’ Augustus Snodgrass en de ‘sportieve’ Nathaniël Winkle.
Tijdens hun avonturen ontmoeten ze Sam Weller.
Diens vader is Tony Weller. Een koetsier.