Reflecteren op kunst ervaar ik als een ingewikkeld proces.
Je kijkt of hoort een werk. De informatie die er bij
geleverd wordt is vaak beperkt. Soms heet het werk ‘Zonder titel’
of ‘Tweede symfonie’.
In welke traditie is het werk gemaakt, waar bevindt het zich
in de ontwikkeling van de kunstenaar, wat was de aanleiding
en zo kun je nog veel meer vragen.
Wat zie ik eigenlijk. Welke (emotionele) reactie roept het
bij mezelf op. Vind ik het mooi of interessant?
Maar hoe zorg je ervoor dat je niet in die voor mij
holle marketing frases gaat schrijven,
die je leest als het over kunst gaat?
De laatste weken kwam dit weer aan de orde
bij de berichten over de tentoonstelling van
Karel de Neree tot Babberich en Magdalena Abakanowicz.
Opnieuw kwam het voor mij in beeld tijdens mijn bezoek aan Zwitserland.
Daar was ik de afgelopen dagen in Zürich en Basel en ik zag er veel kunst.
Ik ging voor het Museum Rietberg, een museum voor niet-westerse kunst.
Denk aan kunst uit bijvoorbeeld India, China en Midden-Amerika.
Maar ik bezocht ook Kunsthaus Zürich en Kunst Museum Basel.
Beide musea tonen Middeleeuwse en moderne, abstracte kunst.
Intuïtief wordt ik dan aangetrokken tot bepaalde werken
maar ik vind het ingewikkeld om onder woorden te brengen
wat me dan precies aantrekt.
Een tijdje terug zag ik op de website van Drukwerk in de Marge
de aankondiging ‘Boek en expositie Kunstwerk in Reflectie’.
Het boek kocht ik en het lag voor de deur bij
terugkomst uit Basel.
Uit Kunstwerk in Reflectie (pagina 8 en 9):
Maar naast deze prenten staan geen aan de literatuur ontleende teksten, maar reacties, ‘reflecties’, van mensen die de prent bekeken en weergaven wat deze bij hen opriep.
Het was van meet af aan de bedoeling de reflecteerders te vragen hoe zij een in het Grafisch Centrum vervaardigd kunstwerk zien, wat het oproept. Het ging er vooral om hen op deze manier ‘een stem te geven’ en de mogelijkheid te bieden creatieve bronnen te ontdekken en delen met anderen.
Alle reflecteerders schreven, na het inleidende gesprek, hun reflectie op een prent met potlood op een vel papier dat een week later werd overhandigd.
Voorbeeld van een werk van Onno Broeksma en de reflectie van een onbekende schrijver.
De afbeelding doet mij denken aan gras
dat met wortel en al is losgerukt,
met rondvliegende losgescheurde plantendelen.Het geeft mij het gevoel
van iets stormachtigs,
gevuld met angst en vrees.
Ik had gehoopt dat het boekje iets meer was ingegaan
op het proces dat men heeft gebruikt om mensen
te helpen de teksten te maken die bij de beelden
zijn samengebracht in het boek.
Het zal me niet tegenhouden om de komende tijd terug te komen
op de volgende twee werken, in de vorm van blogberichten.
Zürich, Museum Rietberg, Shiva Nataraja, Indien, Tamil Nadu, Distrikt Tanjavur, Chola dynastie, 12 jh, bronze.
Basel, Kunst Museum Basel, Max Ernst, Vater Rhein, 1953, Öl auf leinwand.
De foto’s lijken niets met elkaar te maken te hebben.
Het een is een eeuwenoud bronzen beeld van een Hindoeïstische god
terwijl het andere werk abstract, grafisch, westers
en redelijk modern is.
Toch lijkt het me interessant om deze eens tegen het licht te houden.
Er zit iets in de symboliek en de energie van beide werken
die met elkaar te verbinden is, lijkt me.
Wat denk jij?




