Naar aanleiding van het boek ‘De basis van typografie’ van Jim Williams
wat voorbeelden van hoe je kunt spelen met typografie in bijvoorbeeld
de krant. In dit geval de zaterdagbijlage van de Volkskrant.
De regels van de tekst staan erg dicht op elkaar,
Hierdoor komt de staart van de letter ‘g’ uit regel 1
in aanraking met de vlag van letter ‘l’ in regel 2.
Ik weet niet of het toeval is of dat bewust gezocht is
naar het in verband brengen van de woorden ‘meehangen‘
en ‘loslaten’
Alle letters ‘j’ uit regel 1
botsen met letters in regel 2.
De leestekens zijn erg prominent in de tekst aanwezig.
In regel 1 staat een programmanaam in italic en de naam is onderstreept
terwijl ik zou zeggen dat die naam niet het belangrijkste is in de tekst.
in de tekst zitten heel veel botsende letters vooral de ‘g’ van regel 2 (groot)
en de ‘k’ van regel 3 (kogels).
Die ‘g’ van kogels weer met het woord ‘op’ in regel 4.
op zijn beurt weer het woord ‘op’ met ‘frontlinie’ op regel 5.
De leesbaarheid van deze tekst staat behoorlijk onder druk.
Hier zie je een hangende apostrof. Zie hoofdstuk 3.14 hangende interpunctie).
Het afbreken van het woord: Voortdu-rend valt op.
De woorden ‘de vijand’, de laatste regel van deze kop, is in onderkast gezet.
De rest van de tekst in kapitalen. Heel opvallend.
De vlag van ‘de’ botst met de ‘A’ van ‘Amerika’.
De puntjes van de ‘ij’ (de tittels) botsen met de ‘E’
De ‘d’ van ‘vijand’ botst met de ‘K’ van ‘Amerika’. De laatste apostrof.
Dit dan een heel ander voorbeeld van spelen met typografie.
Heel geslaagd!





