Suzanne Duchamp – Zonder lijst (Deel II)

Kijken naar haar werk, zonder keurmerk, zonder genie, zonder ruis.

Er speelt iets in de museale wereld dat me dwars zit.
Het speelt breder dan alleen in de museale wereld,
maar dáár is het voor mij het duidelijkst voelbaar.

Kunst onder de aandacht brengen van een breed publiek
is ingewikkeld, maar het is een kerntaak van musea.
Toch zie ik een ongewenste verschuiving:
van de rol van missionaris naar die van marketeer.

De taak om mensen inhoudelijk te informeren over kunst
verschuift steeds vaker naar het simpelweg binnenhalen
van bezoekersaantallen.

Laat ik eens twee voorbeelden nemen.

Voorbeeld 1

Op de website van H’art wordt een tentoonstelling van de
Roemeense beeldhouwer Brancusi als volgt geïntroduceerd:

Brancusi, The Birth of Modern Sculpture
H’ART Museum presenteert: Brancusi, The Birth of Modern Sculpture.
Voor het eerst komt een toonaangevende collectie kunstwerken van Constantin Brancusi (1876-1957) naar Amsterdam. De kunstenaar wordt wereldwijd beschouwd als de grondlegger van de moderne beeldhouwkunst. De tentoonstelling is gemaakt in samenwerking met het Parijse museum Centre Pompidou. Naast meer dan 31 meesterwerken, inclusief de originele sokkels die Brancusi zelf ontwierp, worden ook foto’s en films van zijn hand getoond.

Website geraadpleegd op 13/10/2025.

In bovenstaande tekst zitten tenminste drie problemen:

= ‘De kunstenaar wordt wereldwijd beschouwd als de grondlegger van de moderne beeldhouwkunst.’

Dat is nogal een bewering.
De meeste Nederlanders kennen waarschijnlijk Constantin Brancusi
niet eens. Ik ken maar 1 werk van de man. De kans is aanwezig
dat dit meer van mij zegt dan van Brancusi maar ik durf dat
te betwijfelen.
De claim dat hij ‘wereldwijd’ als grondlegger wordt gezien,
dat vraagt om meer onderbouwing dan een one-liner.
Daar komt bij dat H’art een reputatie heeft van het maken
van goede tentoonstellingen op basis van de collectie van
het Russische Hermitage. Niet echt een museum voor moderne kunst.
Op basis van die reputatie, kan ik de ‘grondlegger’-uitspraak
niet klakkeloos aannemen.

= ‘Naast meer dan 31 meesterwerken’

Behalve misschien van Picasso zijn er in mijn ogen geen moderne
kunstenaars met meer dan 5 meesterwerken. Ik begrijp dat dit
heel subjectief is, maar mensen maken nu eenmaal geen meesterwerken
aan de lopende band. Kunstenaars maken een continue ontwikkeling
door waarbij er ook meesterwerken worden gemaakt.
Het is juist die ontwikkeling die zo interessant is.

Misschien maken de sokkels, foto’s en films deel uit
van Brancusi’s artistieke ontwikkeling.
Maar het kan evengoed een manier zijn om de tentoonstelling
visueel op te vullen—zeker gezien de hoge entreeprijs.

= ‘in samenwerking met het Parijse museum Centre Pompidou’

Centre Pompidou sluit dit jaar zijn deuren voor een verbouwing
die gepland staat tot in 2030. Dat komt natuurlijk heel goed uit
voor H’art die zelf net de transitie moet maken van het Hermitage
naar andere bronnen. Dat doet niets af van de kunstwerken die
nu in de tentoonstelling te zien zijn. Maar je kunt wel de vraag
stellen: ‘Waarom dan Brancusi’? Daarnaast wordt Centre Pompidou
hier haast gebruikt als keurmerk: als het daar vandaan komt,
dan is het goed.

Voorbeeld 2

Op de radio hoorde ik een reclamespot voor een tentoonstelling
met werk van Mark Manders in Museum Voorlinden.

In 2021 zag ik werk van hem in het Noordbrabants Museum.
Op mijn weblog plaatste ik toen twee foto’s, naast werk van Marc Mulders.
Het werk dat ik toen zag was
Unfired Clay Torso (2014), gemaakt van brons, verf en hout.

De radiospot zit ongeveer als volgt in elkaar:
1: Introductie van Voorlinden en Mark Manders,
2: de slogan ‘Stap in het geniale brein van deze kunstenaar‘,
3: gaat weer over Voorlinden.

Voorlinden is een prachtig museum in een schitterende omgeving.
Ik kan het iedereen aanraden.

Maar in de slogan wordt de tentoonstelling meteen platgeslagen.
De kunstenaar is een genie.
Ja, dan ben je uitgepraat.
Als bezoeker valt daar niets tegen in te brengen.
Een genie maakt immers ook alleen geniale werken.
Dit is een overtreffende trap van ‘meesterwerk’.
Wat het werk betekent, wat het ons wil zeggen,
dat doet er niet meer toe. Het is geniaal! Punt.

Deze manier van mensen naar musea lokken leidt tot problemen.

Er wordt een loopje genomen met feitelijkheid.
Al zullen marketeers zeggen dat ze slechts ‘de grenzen opzoeken’.
Maar hun slogans vervangen de complexiteit van het werk
door een consumptief uitje.

Dit betekent voor de kunstenaar:
het werk wordt een decor voor de mythe, niet andersom.

Voor de bezoeker:
het bezoek wordt gestuurd, ingevuld, en ontdaan van eigen ervaring.

Voor de instellingen:
het is een economische strategie, vermomd als culturele verheffing.

Deze benadering zorgt ervoor dat de mogelijke meesterwerken van morgen
nauwelijks worden opgemerkt.

Ook de geschiedenis zelf heeft lang bepaald
wie of wat zichtbaar mocht zijn.
Niet alleen door keuzes van musea of professoren,
maar ook door familiale overtuigingen.
Abraham Mendelssohn had 4 kinderen. De oudste was zijn dochter Fanny.
Zoals we nu weten, was zij een begaafd pianist en componist,
net als een van haar jongere broers: Felix.
Maar Abraham Mendelssohn schreef ooit aan zijn dochter Fanny:

“Muziek wordt misschien Felix’ beroep, terwijl het voor jou
franje kan en moet zijn.”

Een zin die niet alleen haar talent marginaliseerde,
maar ook de publieke ruimte voor haar als vrouwelijke kunstenaar verkleinde.

Zulke opvattingen waren geen incidenten, maar patronen die zich
blijven herhalen. Ze werkten breed door in een maatschappij
waarin mannen bepaalden wat er gebeurde,
en vrouwen structureel buiten beeld bleven.

Daarom ben ik blij dat ik het werk van Suzanne Duchamp heb gezien.
Zonder lijst van meesterwerken,
zonder keurmerk,
zonder het genie van haar broers.
Zodat ik zelf kon kijken, vergelijken, ervaren.

DSC05337KunsthausZürichSuzanneDuchampUntitled(SelfPortraitInProfileWithCat)Ca1920InkAndPencilOnPaper

Kunsthaus Zürich, Suzanne Duchamp, Untitled (self-portrait in profile with cat). circa 1920, ink and pencil on paper.

DSC05336KunsthausZürichSuzanneDuchampDadaTxtDSC05339KunsthausZürichSuzanneDuchampDadaAndTabuTxtDSC05340KunsthausZürichSuzanneDuchampWorkshopOfJoy1920GouacheWatercolorPencilAndInkOnPaper

Suzanne Duchamp, Workshop of joy, 1920, gouache, watercolor, pencil and ink on paper.

DSC05342KunsthausZürichSuzanneDuchampMarcel'sUnhappyReadymade1920OilOnCanvas

Suzanne Duchamp, Marcel’s unhappy readymade, 1920, oil on canvas.

DSC05343KunsthausZürichSuzanneDuchampMarcel'sUnhappyReadymade1920OilOnCanvasTxtDSC05344KunsthausZürichSuzanneDuchampSolitude-Funnel1921OilEnamelCut-And-PastedPapersInkAndPencilOnCanvas

Suzanne Duchamp, Solitude – Funnel, 1921, oil, enamel, cut-and-pasted papers, ink and pencil on canvas.

DSC05346KunsthausZürichSuzanneDuchampAnIndepedentArtistTxtDSC05347KunsthausZürichSuzanneDuchampOnTheBenchCa1923OilOnCanvas

Suzanne Duchamp, On the bench, circa 1923, oil on canvas.

DSC05349KunsthausZürichSuzanneDuchampSelfPortrait1922OilOnCanvas

Suzanne Duchamp, Self portrait, 1922, oil on canvas.

DSC05350KunsthausZürichSuzanneDuchampSelfPortrait1922OilOnCanvasTxtDSC05351KunsthausZürichSuzanneDuchampManRaySuzanneDechampCa1925GelatinSilverPrint

Man Ray, Suzanne Dechamp, circa 1925, gelatin silver print.

DSC05353KunsthausZürichSuzanneDuchampLateWorksTxtDSC05354KunsthausZürichSuzanneDuchampTheUnderworld1961OilOnCanvas

Suzanne Duchamp, The underworld, 1961, oil on canvas.

DSC05355KunsthausZürichSuzanneDuchampTheUnderworld1961OilOnCanvasTxt


Nieuwsgierig naar deze vrouwelijke Dadaïst en de ontwikkeling
die ze doormaakte?
De kans is er, en waarschijnlijk een stukje dichter bij huis dan Zürich.
In de SCHIRN Kunsthalle Frankfurt is van 10 oktober 2025 tot 11 januari 2026
de tentoonstelling ‘Suzanne Duchamp – Retrospectieve’ ook te zien.
Een zeldzame gelegenheid om haar werk opnieuw te ontmoeten,
dan compleet, in een andere stad, onder een ander licht.
Veel kijkplezier!


Suzanne Duchamp – Deel I

Haar blik is gericht op ons—niet uitdagend, niet afwezig, maar aanwezig.

Zestien foto’s vormen het begin van deze reeks.
Drie daarvan tonen Suzanne Duchamp, niet als icoon, maar als maker.
Eén vergroot op de muur: Suzanne achter de camera, haar blik gericht op het moment van vastleggen. Geen pose, maar een daad.
Eén achter een kaptafel, haar blik recht op ons gericht, terwijl haar reflectie in het raam nieuwsgierig om de hoek lijkt te kijken.
Eén met dubbele belichting: Jean Crotti (echtgenoot) verschijnt achter haar, als een schaduw, als een echo. Geen romantiek, maar een visuele onderhandeling.

Suzanne Duchamp was lange tijd onbekend.
Niet omdat ze niets maakte, maar omdat ze maakte als vrouw.
Zuster van Marcel Duchamp,
de man van het urinoir als kunstwerk.
Vrouw van Jean Crotti,
een Dadaïst, maar geen naam die musea groot op gevels zetten.

Haar werk werd vaak benoemd via anderen, als bijschrift, als echo, als randverschijnsel.

De 3 portretten, deze rituelen van zichtbaarheid:
ze tonen een maker die zich niet wil laten reduceren tot relaties – en de curator van deze tentoonstelling in Kunsthaus Zürich begrijpt dat.

DSC05318KunsthausZürichSuzanneDuchamp 02 Zelfportret

Uitvergroot zelfportret op de muur van het museum: Suzanne Duchamp aan het werk.

DSC05318KunsthausZürichSuzanneDuchamp 01 TxtDSC05319 02 KunsthausZürichSuzanneDuchampPotraitOfJacquesVillonOndertekeningDSC05317KunsthausZürichSuzanneDuchampAvantGardeBeginningsTxtDSC05319 01 KunsthausZürichSuzanneDuchampPotraitOfJacquesVillonOilOnCanvas

Kunsthaus Zürich, Suzanne Duchamp, Potrait of Jacques Villon, oil on canvas.


DSC05321KunsthausZürichSuzanneDuchampYoungGirlWithDog1912OilOnCanvas

Suzanne Duchamp, Young girl with dog, 1912, oil on canvas.

DSC05322KunsthausZürichSuzanneDuchampYoungGirlWithDog1912OilOnCanvasTxt


DSC05323KunsthausZürichSuzanneDuchampSelfPortaitSuzanneDuchampSeatedAtADressingTable1913Photograph

Zij zit. Centraal.
Op een eenvoudige stoel met rechte rug.
Een hoed, een geplooide jurk, een linkerarm die in rust hangt.
Haar blik is gericht op ons: niet uitdagend, niet afwezig, maar aanwezig.
Een dame, nieuwsgierig. Niet erotisch, maar onderzoekend.
Haar rechterbeen zichtbaar, onderbeen en enkel vrij, een schoen die zich toont als accent.
Links in beeld: een gordijn.
Daarachter, in het open raam, haar reflectie.
Die beweegt zich naar voren, lijkt om de hoek te kijken.
In de spiegeling draagt ze een sieraad, een halsketting die in het origineel verborgen blijft.
Twee houdingen, één aanwezigheid.
Suzanne Duchamp als dubbelganger van zichzelf.
Zittend en bewegend.
Rustig en nieuwsgierig.
Binnen en buiten.

DSC05325KunsthausZürichMarcelDuchampDada1916-1923-1953ExhibitionPosterLetterpressInBlackAndRedInkOnLightweightPaper

Eerlijk gezegd kan ik me niet meer herinneren of dit de juiste orientatie is op de poster te tonen. Gevoelsmatig zeg ik ‘Ja’ maar bij Dada weet je dat nooit. Marcel Duchamp, Dada 1916 – 1923, 1953. Exhibition ooster, letterpress in black and red ink on lightweight paper.

DSC05326KunsthausZürichMarcelDuchampDada1916-1923-1953ExhibitionPosterLetterpressInBlackAndRedInkOnLightweightPaper


DSC05328KunsthausZürichSuzanneDuchampDoubleExposureOfSuzanneDuchampAndJeanCrotti1918Photograph

Suzanne Duchamp, Double exposure of Suzanne Duchamp and Jean Crotti, 1918, photograph.

Zij zit. Frontaal.
Hoofd iets naar beneden, iets naar rechts.
Lang gezicht, gesloten ogen misschien. Of een blik die zich onttrekt.
Een jurk, een jas, een boord — niet duidelijk, maar aanwezig.
Voor haar: een tafel. Achter haar: een schaduw.
In die schaduw: Jean Crotti.
Niet naast haar, maar door haar heen.
Zijn hoofd zichtbaar in haar haar.
Zijn ogen misschien open.
De strepen van het gordijn lopen door hun gezichten.
Geen achtergrond, maar raster.
Geen dubbelganger, maar versmelting.
Een romantisch beeld, maar niet sentimenteel.
Een gedeeld portret.
Een gedeelde zichtbaarheid.

DSC05330KunsthausZürichSuzanneDuchampUntitled1916IndiaInkAndWatercolourOnPaper

Suzanne Duchamp, Untitled, 1916, india ink and watercolour on paper.


DSC05332KunsthausZürichSuzanneDuchampBrokenAndRestoredMultiplication1918-1919OilAndSilverPaperOnCanvas

Suzanne Duchamp, Broken and restored multiplication, 1918 – 1919, oil and silver paper on canvas.


DSC05333KunsthausZürichSuzanneDuchampBrokenAndRestoredMultiplication1918-1919OilAndSilverPaperOnCanvasTxt


DSC05334KunsthausZürichSuzanneDuchampRadiationOfTwoSolitarySeparatesApart1916-1920OilGoldPaintStringWaxPlasticGlassBeadsAndTinfoilOnCanvas

Suzanne Duchamp, Radiation of two solitary separates apart, 1916 – 1920, oil, gold paint, string, wax, plastic, glass beads and tinfoil on canvas.

DSC05335KunsthausZürichSuzanneDuchampRadiationOfTwoSolitarySeparatesApart1916-1920OilGoldPaintStringWaxPlasticGlassBeadsAndTinfoilOnCanvasTxt


We hebben stilgestaan bij drie foto’s van Suzanne Duchamp.
Portretten die haar tonen als maker, als aanwezigheid, als ritueel.
In de catalogus krijgen ze waarschijnlijk minder ruimte dan werken als Young Girl With Dog (1912) of Broken And Restored Multiplication (1918–1919).
Daar ligt de nadruk vaak op stijl, op experiment, op aansluiting bij stromingen.
Maar deze foto’s spreken een andere taal.
Een taal van positionering, van zichtbaarheid, van dubbelheid.
Ze tonen niet alleen wat ze maakte, maar hoe ze zich liet zien.

Suzanne Duchamp was lange tijd onbekend.
Of dat terecht is, laat ik aan de lezer.
De curator kiest er in ieder geval voor om haar in de spotlight te zetten.
Niet als icoon, maar als maker.
Niet als bijschrift, maar als begin.

De Kooning & Scully: een ontmoeting in Zürich

Regelmatig maak ik berichten waarin kunst een rol speelt.
Die berichten ontstaan uit mijn regelmatige bezoeken aan
tentoonstellingen en vaste museumcollecties.
Dat doe ik al jaren en het blijft steeds opnieuw weer een avontuur.
Vermoedelijk is dat voor de meeste mensen een avontuur maar
met misschien niet altijd een positieve nasmaak: misschien met
vragen of met verwarring.

Gelukkig is de ene tentoonstelling de andere niet.
Je geniet op een heel andere manier van Rembrandt dan van kunst uit
het oude China — om maar iets te noemen.

Afgelopen week zag ik veel werken in onder andere Kunsthaus Zürich.
Een groot Zwitsers museum met uitgebreide collecties,
vooral kunst van na 1900.

Zo was er een tentoonstelling over Suzanne Duchamp, een Dada-kunstenares,
onbekend gebleven, vrouw én zus van de beroemde Marcel Duchamp.
Daarnaast toont het museum een aantal grote particuliere verzamelingen,
samengebracht tot één permanente collectie

In dit bericht wil ik de lezer meenemen in de ervaring van het zien
van twee werken uit de collectie. De keuze is willekeurig:
het zijn simpelweg de volgende twee foto’s die ik in Zürich maakte.
Geen vooraf bedacht plan, maar precies zoals ik het zelf beleefde.

De reden voor beide foto’s is dezelfde:
De Kooning en Scully zijn internationaal bekende kunstenaars
die je zelden in Nederlandse collecties tegenkomt.
Alleen al daarom wilde ik hun werk vastleggen.

Op die zaterdagochtend, kort na tien uur, liep ik
het Kunsthaus Zürich binnen. Een groot museum met twee
losstaande gebouwen tegenover elkaar, verbonden door
een ondergrondse passage. Elk gebouw heeft een eigen ingang.

Vooraf gaf Copilot me al een indruk van wat er te zien
zou zijn, maar ik besloot mijn eigen weg te gaan.
Mijn voorbereiding was beperkt: ik wist alleen dat ik
werken uit het (abstracte) expressionisme zou zien.
Ik stap een grote witte zaal binnen, met gedempt licht en
aan elke wand één of twee werken.
Soms staat er een beeld in het midden.
In een van de zalen met werken uit de
Hubert Looser Foundation zie ik twee ogenschijnlijk
totaal verschillende werken:
. Willem de Kooning’s Untitled XI en
. Sean Scully’s Red Doric 10.3.2013.

DSC05223KunsthausZürichWillemDeKooningUntiteldXI1982ÖlAufLeinwandDSC05225KunsthausZürichSeanScullyRedDoric10-3-2013-2013PastellAufPapier

Kunsthaus Zürich, Willem de Kooning, Untitled XI, 1982, öl auf leinwand en daaronder Sean Scully, Red Doric 10.3.2013, 2013, pastell auf papier.


Meteen rijzen er drie vragen:
1. Waarom is dit kunst
2. Waarom hangen deze werken in een en dezelfde ruimte en
3. Waarin verschillen ze.

Waarom is dit kunst?
Moderne kunst — en zeker abstracte kunst — stelt niet altijd
een herkenbaar onderwerp centraal.
In plaats daarvan draait het vaak om:
= een uitdrukking (expressie) van gevoel of een gedachte
zichtbaar in vorm, kleur en ritme;
= hoe het gemaakt is, de keuzes van materiaal en techniek
door de maker;
= een reactie op kunst zelf: onderzoeken wat een schilderij
is, wat is compositie, wat is betekenis?
= wat het met jou als toeschouwer doet: het is een uitnodiging
om te voelen, te denken, te dromen of te reageren;
= de ruimte voor interpretatie: omdat iedereen, elke keer,
iets anders ziet blijft het werk levend

Bij het latere werk van De Kooning zoals Untitled XI,
zie je bijvoorbeeld dat hij met brede, vloeiende penseelstreken
een werk maakt waarbij ook leegtes ontstaan – plekken waar
de verf stopt, maar het kijken doorgaat.
Het is geen afbeelding van iets, maar het roept misschien
vragen op als: welke sfeer past hierbij, is het wel af,
waar verwijst het naar, zou de maker antwoorden hebben,
heb ik antwoorden?

Bij Scully’s Red Doric zie je een vol vel papier. Blokken,
soms horizontaal en soms verticaal, maar die samen de ruimte
volledig vullend. De naam van het werk verwijst naar
klassieke architectuur (Dorische zuilen), maar die vormen
zijn vertaald naar kleurvariaties en ritme.
Die massieve ‘muur’ van kleur kan verrassend ‘zacht’ aanvoelen
– met pastelverf zijn het donzige vlekken geworden.

Kortom: het is kunst omdat het een visuele taal spreekt die
niet letterlijk is, maar gevoelsmatig, filosofisch of zintuiglijk.

Waarom hangen deze werken in dezelfde ruimte?

Op het eerste gezicht lijken ze totaal verschillend:
De Kooning: organisch, vloeiend, intuïtief.
Scully: geometrisch, gestructureerd, bedachtzaam.
Maar ze delen een aantal diepere overeenkomsten:

Beide kunstenaars werken zonder concrete voorstelling
te schilderen (abstract).
Ze gebruiken kleur en vorm als manier om het gesprek
met de kijker aan te gaan.

Ze zijn beide vertegenwoordigd in de
Hubert Looser Foundation, die juist het gesprek tussen
stromingen wil tonen.
Door ze samen te tonen, nodigt het museum je uit om te
vergelijken, te voelen, te zoeken naar verbanden.
Niet om een verhaal te volgen, maar om je eigen
interpretatie te vormen.

Waarin verschillen ze?

WillemDeKooningSeanScullyKlein

Het gaat om kunst, hoe ga ik dan kijken?

Laat het ‘moeten’ los

Ik moet niets.
Ik hoef niet meteen te begrijpen wat ik zie.
Moderne kunst is vaak niet bedoeld om direct te verklaren,
maar om te ervaren.

Ik vraag mezelf niet: “Wat betekent dit?”
Maar: “Wat doet dit met mij?”

Bijvoorbeeld:

Bij De Kooning voel ik me ongemakkelijk.
Is het door de beweging, de ongrijpbaarheid.

Van Scully wordt ik rustig. De kleuren spreken me aan.
De herhaling, de structuur, het donzige beeld.
Dat gevoel is de ingang.

Stel eenvoudige vragen

Ik hoef geen kunsthistoricus te zijn.
Wat zie ik? (vormen, kleuren, ritme)
Wat voel ik? (onrust, rust, spanning, leegte)
Wat zou dit kunnen zijn? (een herinnering, een ritueel, een ruimte)

Bij De Kooning zie ik een dans van verf.
Bij Scully een muur met donzige stenen.
Ik hoef het niet te weten, ik mag het bedenken.

Gebruik de ruimte als gids

Als deze werken samen hangen, dan is dat een keuze van iemand (met
meer kennis over achtergronden, enz).

Wat gebeurt er tussen deze werken?
Wat zegt de ene tegen de andere?
Wat verandert er in mijn blik als ik van het ene naar het andere kijk?

Bijvoorbeeld:

De Kooning beweegt. Scully staat stil.
De ene is haast een wervelwind, de andere een fundament.
Spreken ze over chaos en orde?

Meer praktisch

Hoe ga je om met zoveel kunst op een tentoonstelling?
Een kleine tentoonstelling toont al snel twintig werken,
en grote exposities kunnen er honderden bevatten.

Hoe ik dat oplos is met mijn camera.
Bezoekers van mijn blog hebben dat waarschijnlijk al gezien.
Veel werken eindigen op mijn computer als digitale file.

Ik maak foto’s intuïtief: ‘wat een kleuren’, ‘dit is groot’,
‘zoiets heb ik nog nooit gezien’, ‘wat is dat?’,
‘is dat van X?’, ‘oh, mooi!’, alles wat me raakt of
opvalt leg ik vast.
En eerlijk gezegd: een foto maken kost me niets, dus beter
een foto te veel dan te weinig.

Thuis verwerk ik de foto’s tot een blogbericht.
Daarbij ontdek ik vaak dingen die ik tijdens het museumbezoek
niet had gezien of gevoeld.

Als het kan ga ik vaker naar dezelfde tentoonstelling of
collectie. Maar dat kan maar zelden.

Al maak ik dan veel foto’s, het aantal werken dat me
werkelijk raakt is soms heel beperkt. Veel minder dan
het aantal foto’s dat ik maak maar soms heb je meer kennis
nodig om werk te kunnen waarderen. Dat kost tijd.
Dus misschien de volgende keer.
Aan een beperkt aantal werken besteed ik dan veel tijd
in het museum, soms al vooraf en zeker ook achteraf.

En gelukkig is er, tot nu toe, nog steeds een volgende keer….