Mijn binder is een ellendeling; hij schiet niet op en ik heb ruzie met hem gemaakt;

Een uitspraak over een boekbinder. ik voel me wel een beetje aangesproken.
Natuurlijk, ik ben slechts een hobby-binder maar opschieten is er
niet echt bij en daar voel ik me soms schuldig over.

Maar de uitspraak gaat gelukkig niet over mij. Het is een uitspraak die ik las
in een van de twee boeken over boekgeschiedenis die ik de afgelopen weken
heb ontvangen.

Eerst was er:
Ed Schilders & Bonaventura Kruitwagen,
Het verloren lezen van Bonaventura Kruitwagen,
compleet met ‘encycliek’.
Gisteren kwam dan:
Reinder Storm, Dit is zéér belangrijk
– De ‘bibliophielen-gevoeligheidjes’ van E. du Perron
met daarin een brieffragment waar mijn titel vandaan komt.

IMG_7513EdSchildersBonaventuraKruitwagenHetVerlorenLezenVanBonaventuraKruitwagenReinderStormDitIsZéérBelangrijkDeBibliophielenGevoeligheidjesVanEDuPerron

Ed Schilders & Bonaventura Kruitwagen, Het verloren lezen van Bonaventura Kruitwagen, Stichting Desiderata. Met de aan mij persoonlijk gerichte encycliek in aparte envelop. Reinder Storm, Dit is zéér belangrijk – De ‘bibliophielen-gevoeligheidjes’ van E. du Perron, Uitgeverij Fragment.


Beide heel verschillende boeken gaan ook over gewoontes van boekenlezers.
Ik dacht dat mijn aantekeningen, onderstrepingen en opmerkingen al ver
gaan voor iemand die graag boeken leest.
Maar het kan nog veel verder gaan.

Bonaventura Kruitwagen, een soort godfather van de boekwetenschappen,
had een heel systeem met kleuren, om op- en aanmerkingen over boeken
vast te leggen.
Eddy de Perron ging blijkbaar nog veel verder.
Die verbouwde boeken volledig door ze terug te brengen tot wat hij
belangrijk vond in het boek. Hij liet delen weg, voegde nieuwe
titelpagina en auteurfoto’s toe. Bracht stukken uit meerdere
boeken samen tot één uniek exemplaar dat hij vervolgens
weer liet inbinden.
Dan zijn mijn markeringen maar kinderspel.

Beide boeken zijn prima verzorgd.
Het verloren lezen van Bonaventura Kruitwagen, vertelt hoe Kruitwagen
in het bombardement op Rotterdam in mei 1940 zijn 9000 (geleende)
boeken en aantekeningen over boeken verloor.
Kruitwagen bericht daar later in 1940 over in een uitgebreide brief
(encycliek, Kruitwagen was een katholiek priester en Minderbroeder)
die meerdere versies kende. Een facsimile van de brief in een
op naam gestelde envelop met de paraaf van Kruitwagen,
ontvang je bij dit heel interessante boek.
Dit is zéér belangrijk, heb ik zowat met open mond zitten lezen.
Prachtige anecdotes en illustraties over de ‘bibliophielen-gevoeligheidjes’
van Du Perron komen voorbij.
Het is weer genieten.

Ik kan alleen afsluiten met mijn laatste aantekening in een boek.
Het is te vinden in J. Slauerhoff, Het verboden rijk,
dat ik vorige week kocht.
Het staat op pagina 21 en de markering betreft
een hele mooie passage waarin de fictieve hoofdpersoon,
een toekomstige Portugese zeevaarder, zijn beklag doet
aan de lezer over de gewoonte aan het hof voor dames
om zich bezig te houden met het maken van gedichten:

Wat is de poëzie voor een volk, dat wel wat anders te doen heeft dan het vechten met een weerbarstige maat, dat eeuwenlang op een smalle landstrook samengedrongen, met het geweld van Moren, Spanjaarden en zeeën heeft gevochten, welke taal door een vreemde speling der natuur trouwens al zangerig genoeg is! Zelfs de taal der bloemen wordt genoemd!

Dat de vrouwen, die niets hebben dan een weefwerk, dit afwisselen met het borduren op het stramien van taal, in navolging hun seksegenoten aan de talloze kleine Italiaanse hoven, is nog tot daar aan toe. Maar dat mannen ook aan deze ijdele bezigheid doen, terwijl er nog zoveel landen zijn te veroveren, te ontdekken, en de Moren nog vlak aan de overkant genesteld zijn, dat is erger.

Er zijn 2 dingen die ik heel mooi vond in deze passage.
De hoofdpersoon vind het dichten van de vrouwen aan het hof
eigenlijk maar niets. Maar in plaats van dat zo,
recht voor zijn raap, te zeggen, schrijft hij bovenstaande regels.

Slauerhoff was een liefhebber van de Portugese taal en
was in zijn tijd vooral bekend als dichter.

Daarom schrijft hij dat het Portugees eigenlijk geen poëzie
nodig heeft. Portugees is immers zangerig en
de taal der bloemen‘.
Dat laatste is een prachtige beeldspraak, want niemand noemt
het Portugees werkelijk zo — maar het klinkt
overtuigend en poëtisch.

De volgende beeldspraak is ook prachtig. Hij vergelijkt het
werk van dames van stand met dichten dat logisch in elkaars
verlengde ligt. Weven en borduren doe je met een stramien
als startpunt en leidraad.
Dichten omschrijft hij dan heel mooi als ‘het borduren op
het stramien van taal‘.

Meerdere lagen van betekenis is één citaat die perfect passen
in de verhaallijn en tegelijk de lezer iets zeggen over de
opvattingen van de schrijver zelf.

IMG_7520JSlauerhoffHetVerbodenRijkPagina21


Nieuwsgierigheid is mijn bedrijf

Vorige week kocht ik een boek bij de Valkhof Pers.
Het is een bloemlezing met artikelen geschreven door
Otto S. Lankhorst. Die ken ik niet, ik kan me niet herinneren
ooit iets van hem gelezen te hebben.
Maar een twitterbericht trok mijn aandacht en ik kocht het boek.

Het bericht was van Reinder Storm:

“Dit boek bevat artikelen van bibliograaf, (boek)wetenschapper en collectiebeheerder dr Otto S. Lankhorst. Hij onderzocht Nederlandse collecties in het buitenland, de geschiedenis van de katholieke pers, het Franse en Nederlandse boekbedrijf en nog zo wat”

Op de omslag staat de ondertitel:
‘Bijdragen over de wereld van boeken en bibliotheken,
kloosters en kloosterlingen’.
Het gevaar bestaat dat lezers nu afhaken.
Misschien was de titel al genoeg om niet verder te lezen.
Dat is erg jammer, want het is een leuk en interessant boek.

Het boek bestaat uit artikelen van de hand van historicus en
bibliograaf Otto S. Lankhorst, uitgegeven bij de gelegenheid van
zijn pensionering.
Geen suffe, saaie teksten, maar interessante verhalen over boeken.
De artikelen worden afgewisseld met ‘Intermezzo’.

Een van die intermezzo sloeg ik als eerste pagina open en
ik begon te lezen over het systeem van cataloguskaartjes
van de bibliotheek van de paters kapucijnen.
Goed, kort verhaal (2 pagina’s) dat me deed
terugdenken aan een rondleiding die ik ooit heb gehad
van een kennis die kapucijn was en me het klooster liet zien
waar hij woonde:
het kapucijnenklooster aan de Schorsmolenstraat in Breda.
Ik kan me nog goed herinneren dat ik verbluft was
door de grote bibliotheek.

Nooit had ik stilgestaan bij de logische combinatie van boeken
en kloosters: door de rol van kloosters in het overdragen van
kennis en cultuur (om te beginnen met het werk van de
kloosters in hun scriptoria) en dat gebouw, zo wat om de hoek
van waar ik toen woonde.

Dat Bredase klooster heeft intussen een andere functie maar
de traditie van zorg voor boeken bestaat nog steeds.
Het boek van Lankhorst geeft daar inzage in.

Intussen heb ik al wat meer in het boek gelezen en ben
heel benieuwd naar de avonturen van Lankhorst in St. Petersburg
en juweeltjes die er zeker nog in dit boek staan maar waar
ik nog niet aan toe gekomen ben.

Alles bij elkaar een echt boekenavontuur!

IMG_4130OttoSLankhorstNieuwsgierigheidIsMijnBedrijf

Otto S. Lankhorst, Nieuwsgierigheid is mijn bedrijf – Bijdragen over de wereld van boeken en bibliotheken, kloosters en kloosterlingen.