Een ontmoeting met een boek dat wortel schiet.
Deze week ging ik brood halen, zoals altijd
liep ik langs de boekhandel.
Dat is altijd gevaarlijk.
Ze hebben er met regelmaat boeken die me meteen doen vergeten
wat ik al thuis heb liggen.
En al neem ik me iedere keer voor eerst de stapel boeken
maar eens te lezen die ik al in mijn kamer heb liggen,
tuin ik er toch ook nu weer in: ik ga naar binnen en
koop het boek dat me was opgevallen.
Het boek waar nu mijn oog op viel
was niet erg groot en zeker niet te duur.
Er lag namelijk een boek met een aparte vorm in de etalage.
Ik zag dat de breedte van het boekblok per hoofdstuk toenam.
De omslag was me onduidelijk. Er staat tekst op maar
wat is precies de titel?
Yan Wang Preston, With love from an invader – rhododendrons, empire, China and me. Boekontwerp en uitgeverij: The Eriskay Connection.
Deze boekenwinkel verkoopt sinds enige tijd ook boeken van
The Eriskay Connection, een ontwerpstudio en uitgever van
kunstenaarsboeken die gevestigd is in Breda.
Op hun website stellen ze zich zo voor:
The Eriskay Connection is a Dutch studio for book design and an independent publisher. We focus on contemporary storytelling at the intersection of photography, research and writing. In close collaboration with authors we make books as autonomous bodies of work that provide us with new and necessary insights into the world around us. The key for us is to convey the essence of their work through high-quality editing, design, and production. Our editions are mainly offset printed and bound in the Netherlands and we strive to work with local producers and sustainable materials as much as possible.
In mijn Nederlandse hertaling:
The Eriskay Connection is een Nederlandse studio
voor boekontwerp en een uitgeverij.
We richten ons op hedendaagse vormen van vertellen,
op het snijvlak van fotografie, onderzoek en tekst.
In nauwe samenwerking met makers ontstaan boeken
die niet alleen documenteren,
maar ook nieuwe en noodzakelijke inzichten bieden
over de wereld om ons heen.
Wat voor ons telt, is de essentie van hun werk overbrengen
via zorgvuldige redactie, ontwerp en productie.
Onze uitgaven worden zoveel mogelijk gedrukt en gebonden in Nederland,
en we streven ernaar zoveel mogelijk samen te werken
met lokale producenten en duurzame materialen.
Toen ik de winkel inliep kon ik het boek niet zo snel vinden
en vroeg daarom aan de verkoper of ik het boek kon zien.
Maar hoe vraag je naar een boek die achter een kast in de etalage
ligt waarvan je de titel en schrijver niet weet?
We kwamen er achter en er bleek toch een exemplaar in de winkel te liggen.
Dat exemplaar kon ik in de hand nemen en doorbladeren.
De verkoper was erg behulpzaam toen bleek dat het exemplaar
in de etalage nog het enige in folie was.
Hij haalde het uit de etalage zodat het exemplaar in de folie
de versie is dat ik nu thuis heb.
Maar wat voor een boek is het?
Het is goed om te weten: het boek is in het Engels
Het boek heeft een lange titel waar heel veel informatie in staat:
With love, from an invader. – rhododendrons, empire, China and me
De maker is de Engelse Yan Wang Preston.
Ze is geboren in China waar ze haar opleiding anesthesie volgde.
Later is ze geëmigreerd naar Engeland waar ze verder studeerde
in fotografie en waar ze nu woont.
Haar persoonlijke geschiedenis geeft al hints naar de inhoud
van sommige woorden in de titel van haar boek:
Empire:
‘Empire’ is de term die in de UK gebruikt wordt om te verwijzen
naar het koloniale verleden.
China:
De verwijzing naar het geboorteland van de maker.
Me:
Yan Wang Preston, het is een persoonlijk verhaal maar ze is niet
de hoofdpersoon in het boek. Dat is de Rhododendron ponticum–struik.
Haar fysiek onderzoeksobject en, niet toevallig, ook afkomstig uit Azië.
Op de website van de uitgeverij staat een toelichting op het boek.
Weer in mijn hertaling:
Het boek is een verslag van een intensief veldonderzoek.
Gedurende een jaar bezocht Yan Wang Preston, om de dag
een specifieke Rhododendron ponticum–struik,
van bovenaf gezien een hartvormige struik.
Ze fotografeerde deze.
De regelmatige wandelingen boden haar tijd en ruimte
om het landschap op verschillende manieren te ervaren,
te observeren en te verkennen.
Ze keek, luisterde, raakte aan, bewoog en experimenteerde,
en gebruikte uiteenlopende methoden om de ‘onzichtbare’ aspecten
van het verder kale terrein zichtbaar te maken.
Haar infraroodcamera’s registreerden meer dan twintig diersoorten;
haar geluidsopnames vingen het gezang van meer dan vijfenveertig vogelsoorten.
Naast het observeren en documenteren koos ze een tweede,
kleinere rhododendronstruik voor directe interactie.
In de herfst verzamelde ze alle gevallen bladeren,
in de winter de zaaddozen en afgevallen bloemknoppen,
in de lente en zomer de verwelkende bloemen.
Deze langdurige verzamelpraktijk leidde tot
een fysieke en intuïtieve verbondenheid
met het Britse landschap,
en vormde de basis voor een aanvullende serie:
Autumn Winter Spring Summer.
Het boek ligt al twee dagen in huis maar ik aarzel
om de folie van het boek te halen.
Er zit zoveel informatie aan het boek vast.
Zo heb ik al een paar keer geluisterd naar
de soundscape die Monty Adkins maakte en die
op YouTube te beluisteren is.
Intussen is de folie van het boek en heb ik al wat kunnen
bladeren door het boek. Met mijn fotocamera bij de hand.
Alsof het boek zelf een landschap is dat ik mag betreden
en vastleggen. De foto’s zie je in dit bericht.
Ik kijk in een boek altijd het eerst naar dingen als
het colofon en de inhoudsopgave.
Ik heb al geleerd dat het boek ook onderdeel kan zijn van
uitgebreidere edities. Deze bevatten ook fysieke artefacten,
zoals een knop in kunsthars gegoten.
Zulke elementen maken het boek tot een ritueel object:
een tastbare herinnering aan het veldwerk,
waarin aanraking, seizoen en plaats zijn opgeslagen.
De Rhododendron ponticum–planten bevinden zich
aan de rand van Burnley, Lancashire.
Ze gedijen daar als nalatenschap van een jachtlandgoed
uit de 19e eeuw, waar ze dienden als schuilplaats en onderkomen
voor de dieren, en decor voor het jachtspel.
Alle Britse rhododendrons zijn geïntroduceerde soorten,
afkomstig uit Zuid-Europa en Oost-Azië, meegebracht
voor wetenschappelijke en tuinbouwkundige doeleinden.
In de Victoriaanse tijd waren ze het onderwerp
van een ware “rhodo-gekte”,
maar sinds halverwege de 20e eeuw
is hun reputatie drastisch veranderd.
Hoewel ze nog steeds veel voorkomen en geliefd zijn
in Britse tuinen, wordt een gekruiste rhododendron soort,
de ponticum-variant, in het natuurbeheer vaak bestempeld
als invasieve exoot, en met harde middelen bestreden.
Soms werden ‘kettingzagen, pesticiden en aanzienlijke mankracht
ingezet om deze ongewenste vreemdeling te verwijderen’.
De Rhododendron ponticum is niet de enige soort
die op deze manier wordt behandeld.
De plant illustreert hoe de indeling ‘inheems’/‘niet-inheems’
niet neutraal is.
De vanzelfsprekende afwijzing van het niet-inheemse
baarde Wang Preston zorgen.
Net als miljoenen anderen is zij een migrant
in het Verenigd Koninkrijk.
Dat rhododendrons als ‘niet-inheems’ worden ingedeeld,
roept publieke verontwaardiging op.
Het maakt duidelijk dat politieke belangen meespelen
in wat als wetenschappelijke objectiviteit gepresenteerd wordt.
Maar wat is een ‘nationaal’ Brits landschap en
wat is de de bijbehorende ‘nationale ecologie’?
Wie bepaalt dat? En in wiens voordeel?
Wang Preston probeerde zowel de rhododendrons
als haar eigen positie in dit land te begrijpen.
Wat ze ontdekte tijdens het maken van With Love. From an Invader.
en Autumn Winter Spring Summer,
is dat de rhododendrons in deze regio allerminst invasief zijn.
Integendeel, ze vormen een sleutelsoort die een centrale rol speelt
in de lokale ecologie.
Het boek is een ode aan het leven en de veerkracht van de rhododendron.
Het leest als een liefdesbrief aan het Britse land,
geschreven door zijn niet-inheemse bewoners
(menselijk en plantaardig),
die het landschap opnieuw vormgeven als een thuis voor velen.
Het project werd gerealiseerd in samenwerking met
de Royal Botanic Garden Edinburgh.
De eerste twee hoofdstukken heb ik vanmiddag al gelezen.
De hoofdtekst is in grote letters gedrukt en foto’s spelen
een belangrijke rol.
Hoe mooi het steeds breder wordende boek ook is,
het ritme ervan vraagt iets van de lezer.
Misschien had dat verloop niet over de volle hoogte
te worden doorgezet.
Het pakken van een pagina bij het omslaan lukt moeilijker
omdat pagina’s geregeld breder worden.
Ik verlegde de aanraking naar de boven- of onderkant
van het boek.
Misschien zou een vaste hoek onderaan het bladeren vergemakkelijken.
Maar misschien is het boek dan minder mooi.









