Vandaag weer een boekenavontuur.
Terwijl ik lees in ‘Schatten op schrift’, een boek over
50 topstukken uit de collectie van de Leidse Universiteit,
maak ik kennis met een boek dat de ‘Aratea’ wordt genoemd.
Nou ja, indirecte kennismaking.
Ik heb het niet in de hand gehad of gezien
op een tentoonstelling. Ik zie foto’s in het boek en bekijk
aanvullende gedigitaliseerde afbeeldingen online.
Het is een manuscript, handgeschreven dus.
De tekst is een Latijnse vertaling van een Griekse bron,
gemaakt door Germanicus en aangevuld door Avienus.
Germanicus is Germanicus Julius Caesar (24 May 15 BC – 10 October AD 19),
Romeins generaal en politicus. Maar hij schreef ook deze vertaling.
Postumius Rufius Festus Avienius was een schrijver in het Latijn
die in de 4e eeuw woonde in het deel van Italië dat
we vandaag aanduiden met Toscane en Umbrië.
Hij maakte een vertaling van de Phaenomena (een Grieks gedicht)
in het Latijn. De Phaenomena beschrijft in dichtvorm
de sterrenhemel.
Het oorspronkelijke gedicht is van Aratus (ca. 315/310 – 240 v.Chr.).
Ik geef een beknopte samenvatting en vereenvoudig sommige delen.
Het werk van Aratus gaat weer terug op nog oudere werken.
De Leidse Aratea is gemaakt rond 816 in Lotharingen (een
streek in Frankrijk ten zuiden van België en Luxemburg; en
ten westen van Duitsland).
Het boek is klein 22,5 bij 20 centimeter. Het bestaat uit
99 bladen. Er ontbreken 4 bladen.
In het boek staan 38 miniaturen van sterrenbeelden en
een planetarium (een afbeelding van ons planetenstelsel
en hun banen). Naar het planetarium heb ik nog nauwelijks
gekeken. De staat lijkt minder goed en enige basiskennis
van astronomie is waarschijnlijk nodig
om het goed te interpreteren.”
In 1989 is het opnieuw ingebonden door Lucie Gimbrére, een
Benedictines uit Oosterhout, in Noord-Brabant.
Sinds 816 is het boek door veel handen gegaan.
Ongelooflijk genoeg is het zelfs een tijd in bezit geweest
van Hugo de Groot (Hugo Grotius).
Dezelfde schrijver wiens tekst centraal staat in het exemplaar
van ‘Denken over oorlog en vrede’ dat ik probeer te gaan inbinden.
Het boek staat bekend onder de shelfmark (het nummer op de plank in
de boekenkast) VLQ 79. Waarschijnlijk staat dit voor ‘Vossius Leiden
Quatro 79’.
De universiteit kocht in 1690 de Bibliotheca Vossiana (de bibliotheek
van de geleerde Vossius). Leiden is waar Vossius woonde en werkte en
quatro is de maat van het boek (folio= groot, quatro of octavo).
79 is dan boek 79 in de verzameling.
Stel ik me zo voor.
Gisteren zag ik het sterrenbeeld Waterman, wat me deed afvragen
hoeveel sterrenbeelden er eigenlijk zijn.
Dat zijn er dus 12:
Ram 21 maart – 19 april
Stier 20 april – 20 mei
Tweelingen 21 mei – 20 juni
Kreeft 21 juni – 22 juli
Leeuw 23 juli – 22 augustus
Maagd 23 augustus – 22 september
Weegschaal 23 september – 22 oktober
Schorpioen 23 oktober – 21 november
Boogschutter 22 november – 21 december
Steenbok 22 december – 19 januari
Waterman 20 januari – 18 februari
Vissen 19 februari – 20 maart
Zo ontstond het idee een blog te schrijven over de miniaturen van
de Aratea die de ‘moderne’ dierenriem vormen.
Dus, hoeveel van de 39 miniaturen komen overeen met de dierenriem:
Dat is dan de volgende lijst:
# Sterrenbeeld Bladaanduiding (VLQ 79)
1 Ram 34v
2 Stier 24v
3 Tweelingen 16v
4 Kreeft 18v
5 Leeuw 20v
6 Maagd Niet expliciet vermeld
7 Weegschaal Niet expliciet vermeld
8 Schorpioen 10v
9 Boogschutter 52v
10 Steenbok 50v
11 Waterman 48v
12 Vissen 38v
Tien afbeeldingen.
Die tien afbeeldingen laat ik hieronder zien.
WWat me opviel, is dat alle illustraties zich bevinden op pagina’s
die als ‘verso’ (voorkant) worden aangeduid. Dat is overigens waar voor alle
illustraties in het boek en dat roept de vraag bij mij op: waarom?
Daar heb ik nog even geen antwoord op.
De serie afbeeldingen ga ik combineren met feitjes en weetjes die
ik in dit avontuur tegen kwam.
Maar dat wordt bij elkaar wel een lang bericht voor mijn blog.
Ik stel voor dat ik daar morgen, in deel 2, mee verder ga.