Geen Bacchanalen

HellaHaasseGeenBacchanalen 01 DeTijd19711213 Kop00
Het is al weer even geleden dat ik een stapel krantenartikelen
kocht die gaan over het werk van Hella Haasse.
Af en toe laat ik een van die stukken terug komen op mijn
blog. Soms is het voor mij aanleiding om een boek te kopen en lezen.
Maar in het geval van “Geen Bacchanalen”, een recensie
uit De Tijd van maandag 13 december 1971, gaat het om een
toneelstuk. Zelfs Boekwinkeltjes heeft dan geen resultaat.

HellaHaasseGeenBacchanalen 01 DeTijd19711213 Kop01

Het formaat van het artikel is zo dat ik dat moeilijk kan omzetten tot iets dat ik hier kan tonen. Maar met een beetje digitaal knip- en plakwerk lukt dat nog best met de titel van het artikel van André Rutten.


Maar de tekst van het artikel kan ik hier wel overnemen:

GESPANNEN AANDACHT,
ruim twee uur lang van een jong publiek voor het nieuwe toneelstuk van Hella Haasse: “Geen Bacchanalen”.

Het is typisch “voer” voor dat jonge publiek, zeker als het in zo’n scholengemeenschap verkeert als er in het stuk op de planken komt: wat daar zo aan spanningen tussen leerlingen en docenten kan ontstaan.
Het leeft helemaal bij de dag van vandaag.
Daar heeft Hella Haasse niet meer voor nodig dan een conciërge, een rector, een lerares en vier scholieren.
Het verrassende is dat haar stuk ophangt aan een passage uit de geschiedenis van Rome, zoals Titus Livius die geschreven heeft, omdat zij daar een parallel in ziet met was er ook nu weer gaande is, en die parallel werkt zij op een eenvoudige heel menselijk-aansprekende manier uit.

Eerst maar even wat er ongeveer twee eeuwen vóór Christus in een bos buiten Rome gebeurde.
Daar was een on-Romeinse eredienst tot bloei gekomen, van oer-Griekse herkomst, in de rituelen waarvan mensen zich overgaven aan Dionysos (latijns: Bacchus).
De magie, de menselijke spontaniteit werd daarin als een wezenlijk bevrijdende ervaring ondergaan.
De nette burgers van Rome, en dus ook de overheid, die van gezag en orde hielden, dachten dat dit een vorm van zedenbederf was, en dat er subversieve activiteiten uit zouden ontstaan.
De overheid greep hard in.
Duizenden burgers werden in vijf jaar tijd gedood of verbannen.


HellaHaasseGeenBacchanalen 01 DeTijd19711213


Toen en nu

In het stuk van Hella Haasse heeft de rector van een scholengemeenschap (havo, atheneum, gymnasium) daar in zijn jonge jaren een toneelstuk van gemaakt, dat leerlingen van 5 gym alfa nu onder leiding van een jonge lerares gaan opvoeren.

DAAR GROEIT een levensgroot conflict uit.
De leerlingen, die aan het stuk repeteren, herkennen in de Bacchanalia zoiets als het Vondelparkgebeuren, de Damslaperij, het Fantasiobezoek, dingen waar zij zelf nog niet aan meedoen, maar die zij wel herkennen als iets van hun eigen wereld.
Zij hebben de pest aan het stuk van hun rector, omdat de hoofdfiguren daarin of oudere snobs op de hippietoer zijn, of handhavers van gezag en orde.
Tekenend is dat zij uit hun eigen gymnasiumklas geen speler hebben kunnen vinden voor de consul, de harde orde-handhaver, maar daar wel een hbs-er voor aanvaarden.
toch is het juist die hbs-er (of atheneumleerling), die op een kritiek moment het emotioneelst, het persoonlijkst reageert.


HellaHaasseGeenBacchanalen 02 DeTijd19711213


Voor de schrijver van het stuk, de rector, was de consul juist de ideale held, een projektie van zichzelf eigenlijk, zonder dat hij dat zelf zo ziet.
Hij ontdekt het pas, als hij op een repetitie een fragment uit die rol voorspeelt en ontdaan ervaart dat hij zichzelf speelt.

Dat is het hoogtepunt van het conflict tussen hem en de jonge lerares die in de leefwereld van de leerlingen thuis is, daar ook uitstekend in functioneert, al verknoeit zij het tenslotte ook.
Dat hangt samen met tweede kant van het conflict.
Een meisje , dat ook zou meespelen in het stuk, is van school gestuurd – het is zelfs in de kranten gekomen – omdat zij tegen het uitdrukkelijke verbod van de rector in toch in Dionysis – zoiets als Fantasio of Paradiso – geweest is.
De lerares wil dat meisje opvangen, helpen, redden.
Daar verzetten de andere leerlingen zich tegen: zij redt zich zelf wel.
Je kunt er hoogstens zijn als ze je nodig heeft.
Blijf er verder af, dring je niet op.
De laconieke conciërge blijkt nog het best te functioneren.

HELLA HAASSE kent door haar kinderen het huidige schoolmilieu, zoals ik het door mijn kinderen ken.
Dat herken ik in haar stuk en in de opvoering die de Nieuwe Komedie er onder regie van Erik Plooyer van gemaakt heeft.
De figuren er in worden ook zeer menselijk-herkenbaar gespeeld: Win de Haas de rector, Dore Smit de lerares, Niek Pankras, Robert Prager, Ineke Roosen, Ad Fernhout de leerlingen, Johan Sirag de conciërge.

ANDERé RUTTEN

Geen Bacchanalen, toneelstuk van Hella Haasse. Regie: Erik Plooyer. Decor: Wim Vesseur. Nieuwe Komedie, Hot, Den Haag t/m 16 december ’71.


HellaHaasseGeenBacchanalen 03 DeTijd19711213 Foto

De lerares (Dore Smit) en de rector (Wim de Haas) tijdens een repetitie in “Geen Bacchanalen”.


Ik ken Dore Smit wel (van tv-gezicht, niet van naam) maar
vond info op Wikipedia:

Theodora Adriana (Dore) Smit (Scheveningen, 27 juni 1933) is een voormalige omroepster op de Nederlandse televisie, en actrice.

Biografie

Na de MULO volgt Dore Smit een tijdje lessen aan de Toneelschool in Amsterdam. Hier krijgt ze les van Elise Homans, Jaap Hoogstra, Kees van Iersel en Peter van der Linden. Nadat ze de toneelschool voortijdig afbreekt, werkt ze enige tijd op een advocatenkantoor. In de tussentijd is ze verbonden aan de toneelgroep Studio, waar ze 14 jaar aan verbonden blijft, tot 1970.

Nadat ze een rolletje in een thriller van Agatha Christie speelt, benadert regisseur Erik de Vries haar voor een instructief filmpje. Drie maanden later laat hij haar een screentest doen voor omroepster. In 1960 als omroepster en presentatrice in dienst bij het IKOR, dat wordt opgevolgd door de IKON.

Naast omroepster is ze soms te zien als presentatrice, of is ze te horen als commentator bij een aantal producties, bijvoorbeeld Woord voor Woord en God in Frankrijk. Het acteren laat haar echter niet los, en ze speelt diverse rollen, bijvoorbeeld een aflevering van Memorandum van een Dokter en Het onvruchtbare Huwelijk.

Dore Smit krijgt haar grootste bekendheid als ‘gezicht’ van het programma Wilde Ganzen, een wekelijkse inzamelingsactie bestemd voor kleinschalige, praktische, eenmalige projecten om menselijk leed in de wereld te verzachten. Op 26 december 1999 presenteert zij voor de laatste maal Wilde Ganzen. Het is haar eigen wens om met het werk voor de camera te stoppen.

In de Theaterencyclopedie vind ik veel programma’s en stukken waar
ze in gespeeld heeft maar “Geen Bacchanalen” staat er niet tussen.

Ik vind er nog wel informatie over haar tegenspeler op de foto:
Wim de Haas.

Naam: Wim de Haas (Haas, Willem Frederik de)
Geboren: 20 april 1926, ‘s-Gravenhage
Overleden: 13 juli 2016

Biografie

Wim de Haas bracht de jaren 1950-1952 door op de Amsterdamse toneelschool, debuteerde daarop bij de Schouwspelers o.l.v. Theo van Duyn, en is sindsdien onafgebroken actief geweest in het theater. Naast een gemiddelde van ruim drie rollen per seizoen werkte hij ook nog mee aan enkele films, een vijftigtal televisieprodukties, nasynchronisaties (tekenfilms, enz.) en vele honderden hoorspelen.

Volgens André Rutten is het stuk geschreven naar aanleiding
van de beschrijving van de bacchanalen door Titus Livius.

Titus Livius (Padua, rond 59 voor Christus – aldaar, 17 na Christus) was een beroemd Romeins geschiedschrijver uit de tijd van Augustus. Hij schreef een algemene geschiedenis van Rome vanaf haar veronderstelde stichting in 753 voor Christus onder de titel Ab Urbe Condita.

Er wordt verder gesproken over Fantasio. Dat kende ik niet:

Fantasio
In 1968 opende psychedelische poptempel Fantasio haar deuren aan de Prins Hendrikkade in Amsterdam.
Fantasio werd het internationale centrum van de jongeren en undergroundcultuur.

De Theaterencyclopedie heeft een samenvatting van “Geen Bacchanalen”:

Titel: Geen bacchanalen
Producent: Nieuwe Komedie
Discipline: Toneel
Onderwerp: Nederland
Premièredatum: 10 december 1971
Seizoen: 1971/1972, 1972/1973
Locatie HOT, ‘s-Gravenhage

Geen bacchanalen van Hella Haasse

Team

Regie: Erik Plooyer
Decorontwerp: Wim Vesseur

Rolverdeling

Johan Sirag (Conciërge, Sneevoort)
Niek Pancras (Simon)
Wim de Haas (Rector, meneer van Duin)
Robert Prager (André)
Ineke Roosen (Delia)
Ad Fernhout (Rupert)
Dore Smit (Lerares, juffrouw Otterman)