Gifmengsters van Umberto Eco


Umberto Eco, interview in BN/De Stem, gepubliceerd op 09-04-2011, door Theo Hakkert.


Ik vind niet dat ik een masochist ben maar vind het wel leuk om het boek
van Umberto Eco als een soort van puzzel te beschouwen.
Deze keer geen puzzel waarbij je het woord moet raden.
Nee het eindresultaat, de tekst, die is er al.
Maar wat waren nu precies al de vragen die Eco al jaren hebben bezig gehouden.
Steeds weer stuit je op namen van mensen en plaatsen, van begrippen,
op omschrijvingen van gebeurtenissen die ik niet ken.
Dan wil ik daar meer van weten en ga op zoek.
Vaak vind je dan al snel een antwoord.
Achter sommige zaken blijkt dan een hele wereld te zitten.
Soms kom je er maar ten dele uit.
Dat is vandaag het geval.
Het gaat om het volgende zinsdeel:

“, die de twijfelachtige faam genoot in de achttiende eeuw het laboratorium te hebben geherbergd van drie bekende gifmengsters, die er op een dag door werden aangetroffen: gestikt in de dampen van de dodelijke stoffen die ze op hun fornuis destilleerden.”x9d

Dus er moet een plaats zijn, een straat, een huis,
in Parijs waar tussen 1700 en 1799
3 bekende gifmengsters, min of meer tegelijk zijn omgekomen.

De tekst staat op pagina 8 van De begraafplaats van Praag.

In een tijd dat men arsenicum op een dood lichaam
nog niet kon achterhalen en het verschil
tussen een gifmenger en apotheker nog heel klein was,
bestonden producten die bijvoorbeeld bekend stonden als “erfenispoeders”.
In Parijs werden vooral vrouwen beschuldigd van het vergiftigen
van mensen en van het aanverwante hekserij.
Mensen hielden zich bezig met x98Levenselixersx99
en zochten naar manieren om lood in goud te veranderen.
In dit verband vond ik de volgende informatie.


Marie Madeleine d’Aubray (beetje vreemd portret).


Marie Madeleine Marguerite d’Aubray,
Markiezin de Brinvilliers (22 juli 1630 – 17 juli 1676).
Deze markiezin was een Franse seriemoordenaar.
Ze spande samen met haar minnaar legerkapitein Godin de Sainte-Croix
om haar vader (Antonine Dreux d’Aubray) te vergiftigen in 1666
en twee van haar broers (Antoine d’Aubray en Francois d’Aubray) in 1670.
De reden was dat ze hun erfenis wilde.
Er gingen ook geruchten dat ze arme mensen vergiftigden
tijdens haar bezoek aan ziekenhuizen.
In 1675 vluchtte ze naar Luik in Belgie waar ze werd gearresteerd.
Ze werd gedwongen tot een bekentenis en ter door veroordeeld.
Op 17 juli 1676 werd ze met de waterproef gemarteld.
Daarbij werd ze gedwongen 16 pinten water te drinken.
Daarna werd ze onthoofd en haar lichaam werd verbrand op de brandstapel.



Markiezin de Brinvilliers ondergaat de waterproef.


Haar medestander Sainte-Croix was in 1672 een natuurlijke dood gestorven.
Het vermoeden bestaat dat ze het zogenaamde Tofana-gif gebruikte.
Het recept voor dit gif heeft ze gekregen van haar minnaar
Chevalier de Sainte Croix die het op zijn beurt geleerd had
van een Italiaanse gifmenger genaamd Exili.
De Sainte Croix en Exili hadden samen tijd doorgebracht in de Bastille.
De rechtszaak die tot haar veroordeling leidde
was het begin van een groot schandaal in Frankrijk
dat bekend staat als de Vergiftenaffairre (affaire de poissons)
waarbij vele Franse aristocraten werden beschuldigd van gifmenging en hekserij.
Dit schandaal speelde zich af tijdens de regeerperiode
van Lodewijk de veertiende en mensen in de directe kring
van de koning waren er bij betrokken.

Een van de beroemste gevallen is die van de vroedvrouw
Catherine Deshayes Monvoisin of La Voisin.
Ze werd in 1679 gearresteerd nadat ze was aangewezen
door een andere gifmengster.
La Voisin beschuldigde een aantal belangrijke mensen aan het hof,
waaronder de minnares van Lodewijk: Markiezin de Montespan.


Markiezin de Montespan oftewel Francois Athenais de Rochechouart de Mortemart.


La Voisin werd ter dood veroordeeld voor hekserij en vergiftiging.
Op 22 februari 1680 kwam ze op de brandstapel terecht.
Alles bij elkaar werden 34 mensen veroordeeld voor vergiftigingen of hekserij.

Deze informatie is interessant maar het speelt zich allemaal af
in de 17e eeuw.
Umberto Eco noemt duidelijk de 18e eeuw en het feit dat drie mensen,
min of meer tegelijk, omkomen bij de bereiding van de vergiften.
En daar kan ik niets over vinden. Wie helpt mij?


Waterproef.