Op mijn vakantie in China ben ik met de hogesnelheidstrein
van Dunhuang naar Lanzhou gereisd.
Lanzhou is niet persé een toeristische bestemming maar ik ben
er twee nachten gebleven omdat de vervolg treinreis,
weer een lange zit zou zijn. Daarnaast wil ik niet alleen
toeristische hoogtepunten meemaken.
Hotelkunst.
Het hotel was prima. Op de kaartjes had ik bekeken dat ik naar
de Gele rivier zou kunnen wandelen. Daar zou ik ruim een uur over doen.
In de ochtend was het nog droog maar vanaf de middag ging het regenen
en dat zou zo blijven tot in Xi’an.
Ik liep in de richting van de rivier. Je kunt met een taxi gaan,
er is ook een metro. Maar in een taxi zie je minder en niet digitaal
betalen kan wel in China maar is minder makkelijk. Dus lopen.
Ik liep al een half uur toen ik iemand hoorde roepen. Eerst
reageerde ik niet omdat ik niet wist waar het vandaan kwam en voor wie
het bedoeld was. Bij aanhouden draaide ik me om en het bleek dat
een bewaker van een openbaar gebouw iets naar me riep. Hij wees
naar mijn rugzak. Ik kijken: de rits stond open.
Ik sloot mijn rugzak, bedankte de man en liep verder.
Aangekomen bij een groot plein ging ik op zoek naar het kaartje
dat in mijn rugzak moest zitten. Maar het was er niet.
Een ‘verkeerde’ straat nemen betekent niet meteen verdwalen maar
wel dat je misschien ‘verkeerd’ loopt.
Ik besloot terug te lopen naar mijn hotel want het kaartje had
ik die ochtend nog bekeken en misschien was ik het vergeten.
Dus een uur na mijn vertrek was ik terug in mijn hotel en het kaartje
lag op bed. Ik was die ochtend vertrokken zonder mijn rugzak
te controleren. Wijze les.
Op de eerste verdieping van het hotel zijn commerciele ruimtes en
ook een koffietent voor de gasten en mensen die in het hotel
voor zaken zijn (er werden ook ruimtes verhuurd voor conferenties ed).
Dus ik gunde me koffie.
Het zal rond 11 uur zijn geweest toen ik de wandeling opnieuw
begon en rond half een was ik bij de Yellow River.
Aan de Gele Rivier (die niet meer geel is) liggen boten met restaurants of voor riviercruises (of beide).
Zoals heel veel dingen in China is de boulevard heel ruim opgezet.
De metalen brug is de Zhongshan Bridge. Aan de andere oever, boven op de heuvel zie je een klein puntje uitsteken. Dat is de White Pagode. Het doel van mijn wandeling.
Het plenst inmiddels. Deze dames, een klein deel van een grote groep, repeteren voor een show en willen zo droog mogelijk blijven.
Schuin tegenover de brug en de boulevard ligt een tempel. Daar ga ik eerst maar eens kijken. Het is de White Pagode Temple of de Baiyun Taoist Temple. Meerdere gebouwen staan op een relatief kleine oppervlakte dus één gebouw op de foto zetten beteket vaak dat je meer ziet dan voor de foto ideaal zou zijn.
Eerlijk gezegd ben ik niet zo thuis in de verschillende religies: zeker Taoïsme en Confusianisme blijven een moeilijke beeldtaal voor mij. Wat is het dat ik zie? Maar dat neemt niet weg dat je het wel interessant en (soms) mooi kunt vinden. Wat de achterliggende filosofie dan is blijft nog veel meer een raadsel.
Deze tempel is een soort van herbouw. De originele tempel, die volgens mij op een andere plaats stond, is tijdens de Culturele Revolutie met de grond gelijk gemaakt. Later is deze tempel gebouwd en hij wordt goed bezocht.
Een samenvatting van de geschiedenis van de White Pagode Temple of Baiyun Taoist Temple. De Hall of the numinous (Merriam Webster: supernatural, mysterious, filled with a sense of the presence of divinity, holy, appealing to the higher emotions or to the aesthetic sense, spiritual) officials. “The temple has been distroyed during the Chinese Great Revolution of Culture, including the Hall of the Numinous Officials. All the activities of religion was banned at that time. The paining history passed and later the Hall of the Numinous Officials was rebuilt in 2011 year by the temple supervisor, named Chen Li-fu, and other Reverend Daoist.”
De ingang.
De tempel verscholen tussen de bomen.
In het volgende bericht gaat we wandeling verder.















