Een poëtische titel, over de stof van mystieke kleding en de
betoverende glans.
Over sterren die licht geven en zich zichtbaar maken voor ons,
mensen die zo ver verwijderd zijn van hen.
De titel kwam onder mijn aandacht door het werk The Seven Princesses
/ Une théorie de jeune fille van Carel de Nerée tot Babberich.
De titel is een Nederlandse vertaling van een zin uit het in
Frans geschreven toneelstuk van Maurice Maeterlinck waarop
het werk van De Nerée waarschijnlijk is gebaseerd.
Even over Maurice Maeterlinck, niet iedereen zal meteen een
beeld hebben bij deze schrijver:
Maurice Polydore Marie Bernard Maeterlinck werd geboren op 29 augustus 1862 in Gent, België, in een Franstalige bourgeoisfamilie. Hij studeerde rechten aan de Universiteit van Gent, maar voelde zich al snel meer aangetrokken tot de literatuur dan tot de advocatuur.
Tijdens een verblijf in Parijs raakte hij betrokken bij de symbolistische beweging, een filosofisch-artistieke stroming die de zichtbare werkelijkheid zag als een sluier voor diepere, vaak mysterieuze waarheden.Literair werk
Maeterlinck schreef in het Frans en werd bekend om zijn lyrische drama’s, essays en poëzie. Zijn toneelstukken kenmerken zich door: stilte en suggestie in plaats van actie, mystieke en symbolische figuren, fatalisme en introspectie.
Bekende werken zijn onder andere: Pelléas et Mélisande (1892) en Les Sept Princesses (1891)Nobelprijs voor Literatuur (1911)
Maeterlinck ontving de Nobelprijs voor Literatuur in 1911, als erkenning voor:“Zijn veelzijdige literaire bezigheden en in het bijzonder voor zijn drama’s, die zich onderscheiden door een overvloed aan verbeelding en poëtische verfijndheid, die — soms onder het mom van een sprookje — een grote bron van inspiratie zijn.”
Na de Eerste Wereldoorlog nam zijn literaire invloed af. Hij overleed op 6 mei 1949 in Nice, Frankrijk. Hij blijft tot op vandaag de enige Belgische auteur die de Nobelprijs voor Literatuur heeft ontvangen.
Terug naar de aanleiding van mijn blog.
Het ontwerp van De Nerée is te zien op de tentoonstelling in het
Dordrechts Museum.
Het is een heel groot werk, 195.5 cm hoog en 267.5 breed.
Het is deze keer geen (pen)tekening maar een geborduurd werk.
Ontwerp: Carel de Nerée tot Babberich, borduurwerk: Constance de Nerée tot Babberich-van Houten, The seven princesses – Une théorie de jeune fille, 1904 – 1928, borduurwerk op zijde.
Het werk is niet eenvoudig te fotograferen. Het licht weerkaatst
van het borduurwerk. Ook bij foto’s dichter op het werk zal
dit problemen blijven geven.
Het werk bestaat uit een bovenste en onderste helft die
visueel sterk van elkaar verschillen.
De bovenste helft toont een figuur in het midden (is het een man?).
Die persoon staat voor een soort van lessenaar met een geometrische
tekening. Naast de figuur, zowel links als rechts veel geometrische
patronen.
De onderste helft toont 7 vrouwelijke figuren die op kijken. Maar
de uitvoering is niet naturalistisch, eerder schematisch.
Rond de zeven vrouwelijke figuren — de prinsessen — bevinden zich
decoraties en een veelheid aan kleinere vrouwelijke figuren.
De decoraties zijn meer naar de natuur.
The seven princesses – Une théorie de jeune fille, detail.
Laten we er eens van uit gaan dat het werk gebaseerd is op het
toneelstuk. Dan zijn er een aantal belangrijke personages.
Een koning, een koningen, de prins Marcellus, de 7 prinsessen die
door Maeterlinck in het voorstellen van de personage als 1 personage
worden voorgesteld.
Wat is de betekenis van de naam Marcellus?
Etymologie
Latijnse oorsprong: Marcellus is een verkleinvorm van Marcus, wat mogelijk verwijst naar de Romeinse oorlogsgod Mars.
Betekenis: “De strijdbare” of “kleine krijger”.Symboliek in Maeterlincks toneelstuk
1. De strijder tegen de stilte
In Les Sept Princesses keert Marcellus terug na zeven jaar en treft zijn zeven slapende cousines aan. Zijn naam als “strijder” contrasteert met de passiviteit en verstilling van de prinsessen. Hij is de enige die actie onderneemt, die probeert te begrijpen en te doorbreken.
2. De buitenstaander / de ontwaakte
Marcellus is de enige figuur die niet gevangen is in de trance. Hij vertegenwoordigt misschien het bewustzijn, de zoekende geest, of zelfs de toeschouwer die probeert betekenis te geven aan het mysterie.
3. De brug tussen werelden
Als kleinzoon van de oude koning en koningin, en als neef van de prinsessen, staat hij tussen generaties en toestanden in. Zijn naam kan dus ook duiden op een tussenfiguur, een intermediair tussen leven en dood, tussen actie en contemplatie.
The seven princesses – Une théorie de jeune fille, detail.
Het leek me ook wel goed om een een stukje van die symbolistische
literatuur te lezen:
Origineel Frans fragment (Maeterlinck, 1891)
LE PRINCE
Elles sont là… couchées côte à côte… les yeux fermés… les mains jointes… les visages tournés vers le ciel…
On dirait qu’elles dorment depuis mille ans…
Il n’y a pas un souffle… pas un battement de cœur…
Le silence est plus profond que la mer…
Il fait sombre… mais leurs robes brillent comme des étoiles…
Il y a des larmes sur leurs joues…
Elles ne bougent pas…
Elles ne respirent pas…
Elles ne vivent pas…
Et pourtant… elles sont belles comme si elles allaient parler…
Je n’ose pas m’approcher…
Il me semble que je troublerais quelque chose de sacré…
Elles sont sept… comme les jours… comme les péchés… comme les vertus…
Pourquoi sont-elles là… ainsi… sans vie… sans voix… sans regard…
Est-ce que je suis venu trop tard ?
Est-ce que je suis venu trop tôt ?
Est-ce que je suis venu pour rien ?
Nederlandse vertaling (vrij vertaald)
DE PRINS
Ze liggen daar… naast elkaar… met gesloten ogen… gevouwen handen… hun gezichten naar de hemel gericht…
Het lijkt alsof ze al duizend jaar slapen…
Er is geen zuchtje wind… geen hartslag…
De stilte is dieper dan de zee…
Het is donker… maar hun gewaden glanzen als sterren…
Er zijn tranen op hun wangen…
Ze bewegen niet…
Ze ademen niet…
Ze leven niet…
En toch… zijn ze zo mooi alsof ze elk moment kunnen spreken…
Ik durf niet dichterbij te komen…
Het voelt alsof ik iets heiligs zou verstoren…
Ze zijn met zeven… zoals de dagen… zoals de zonden… zoals de deugden…
Waarom liggen ze hier… zo… zonder leven… zonder stem… zonder blik…
Ben ik te laat gekomen?
Ben ik te vroeg gekomen?
Ben ik voor niets gekomen?
The seven princesses – Une théorie de jeune fille, detail.
Voor een toeschouwer in 2025 is het werk
The Seven Princesses / Une théorie de jeune fille
maar moeilijk toegankelijk. Het borduurwerk moet een enorm werk zijn
geweest. Zowel door de afmeting van het werk maar ook door de
enorme variatie in wat er afgebeeld wordt. Grote vlakken, kleine
vlakken, lijnen, enz.
Dus of het mooi is of niet, is eenvoudig vast te stellen.
Maar de betekenis.
Dit bijna wandtapijt maakt op het eerste oog een stoffige indruk.
De gestileerde personages en decoraties zijn moeilijk te interpreteren
zelfs als je het niet in het kader van Maeterlincks toneelstuk
probeert te plaatsen.
In die beleving is het van belang naar de rol van de curator en
het museum als gids te kijken.
Bij de tentoonstelling Ik zie, ik zie – Een wereld vol kunst,
een familietentoonstelling waar het ervarenvan kunst entraal
staat, lijkt de handdoek opgepakt te zijn.
Het Dordrechts Museum lijkt hier actief de rol van opvoeder en
begeleider op zich te nemen. Ze helpen kinderen betekenis
te geven aan wat ze zien, en maken ruimte voor verbeelding
en interpretatie. Dat is prachtig — maar waarom zou die rol
exclusief voor jonge bezoekers zijn?
Dit is de zaaltekst bij de Zeven prinsessen.
Daar heb ik geprobeerd een alternatieve tekst voor te maken,
twee varianten, een lange en een korte:
De uitgebreide tekst:
Ontwerp: Carel de Nerée tot Babberich, borduurwerk Constance de Nerée tot Babberich-van Houten, The seven princesses – Une theorie de jeune fille, 1904 – 1928, borduurwerk op zijde.
In dit monumentale borduurwerk staan zeven prinsessen afgebeeld in gestileerde vorm, verticaal geordend en omgeven door een rijkdom aan patronen. Hun gezichten zijn gereduceerd tot ogen en een mond, hun lichamen tot ritmische vormen. Boven hen bevindt zich een achtste figuur — een prins — visueel afwijkend en geplaatst in een zone van geometrische patronen. Zijn positie doet denken aan een kansel, verheven en omgeven door orde, wat hem onderscheidt van de prinsessen beneden.
Het ontwerp is mogelijk geïnspireerd door Les Sept Princesses (1891), een symbolistisch toneelstuk van Maurice Maeterlinck waarin zeven prinsessen in een toestand van stilte en ongrijpbaarheid verkeren. Die sfeer is in het borduurwerk niet direct herkenbaar; de figuren zijn gestileerd, hun houding blijft dubbelzinnig.
Wat opvalt is de visuele tegenstelling tussen boven en beneden: geometrische patronen structureren het bovenste deel van het werk, terwijl rond de prinsessen juist organische, niet-geometrische vormen verschijnen. Binnen deze patronen zijn kleinere figuren opgenomen die de vrouwenfiguren lijken te ondersteunen of te benadrukken, en zo een subtiele gelaagdheid toevoegen aan de compositie.
Deze elementen roepen vragen op over hiërarchie, zichtbaarheid en de rol van de toeschouwer. Het werk lijkt zich te onttrekken aan directe interpretatie, en nodigt uit tot langzaam kijken en persoonlijke reflectie.
Het borduurwerk werd begonnen door Hermine Schuylenburg, maar om onbekende redenen niet voltooid. De verdere uitvoering werd overgenomen door Constance de Nerée, moeder van de ontwerper. Zo ontstond een zeldzaam familieproject waarin generaties samenwerkten aan een visuele vertaling van een innerlijke wereld.
De korte tekst:
De zeven prinsessen
Geborduurd door Hermine Schuylenburg (deels) en Constance de Nerée tot Babberich – van Houten, naar een ontwerp van Carel de Nerée tot Babberich (1904–1928)
Zeven gestileerde prinsessen zijn verticaal geordend in een rijk patroon van vormen. Boven hen staat een prins, omgeven door geometrische motieven die doen denken aan een kansel — een visuele hiërarchie tussen orde en organische beweging.
Het ontwerp verwijst mogelijk naar Les Sept Princesses van Maurice Maeterlinck, waarin stilte en mysterie centraal staan. Ook hier blijft de betekenis onduidelijk: het werk nodigt uit tot langzaam kijken en persoonlijke interpretatie.
Het borduurwerk is een zeldzaam familieproject, begonnen door Hermine Schuylenburg en voltooid door Constance de Nerée, moeder van de ontwerper.
The seven princesses – Une théorie de jeune fille, detail.
Ik realiseer me dat curatoren en musea niet altijd vrij spel hebben
als het gaat wat er op het bordje op zaal staat, naast het
schilderij.
Als je ‘Het joodse bruidje’ uitleent als Rijksmuseum dan kan ik
me heel goed voorstellen dat je op zijn minst mee wilt denken
over hoe het schilderij door de lener wordt gepresenteerd.
Het kan het toekomstige beeld van het schilderij mede bepalen,
het kan iets doen met het imago van het Rijksmuseum
en zijn directeur, enz.
Het Rijksmuseum noemt trouwens Het joodse bruidje zelf:
Isaak en Rebekka, bekend als ‘Het Joodse bruidje’
Rembrandt van Rijn, ca. 1665 – ca. 1669
Dit is een voorstelling gemaakt door Paul Ranson voor een uitvoering van het toneelstuk Les Sept Princesses als poppenspel in 1892. Paul Ranson, Program for Les Sept Princesses, 1892, stonecutting.
Al met al een werk dat veel los maakt bij mij.
Het heeft me gedwongen op onderzoek uit te gaan en de
tijd die ik er aan besteed heb, leverde mij veel plezier op.
Misschien moet ik na mijn onderzoek, nog eens een keer
terug naar het Dordrechts Museum….











