
De recensies halen er van alles bij:
de verwende tweeling is meedogenloos, de opkomst van het Hongaars
neo-nazisme, sadistische oma en sadisme van de tweeling,
om maar een paar dingen te noemen.
Voor al die beweringen is in de film geen bewijs.
De tweeling groeit op in een stad.
De ouders houden van hun kinderen maar besluiten die onder te brengen
bij hun oma op het platteland. De moeder van de tweeling heeft
een slechte relatie met haar moeder. Waarom wordt niet duidelijk.
Van verwennerij van de tweeling in de stad is geen sprake.
De oma die op het platteland woont, is niet blij met de komst
van kinderen die ze niet kent.
Kinderen van een dochter waarmee ze in onmin is.
Ze neemt de kinderen wel op onder voorwaarde dat ze werken voor de kost.
Niet vreemd voor jongens van 14 jaar in het Hongarije van
de Tweede Wereldoorlog. Zeker niet op het platteland.
Ze slaat de twee knullen maar dat is in dat tijdsbeeld niet echt sadistisch.
De tweeling is eerder barmhartig dan meedogenloos.
Ze verwonden een vrouw die openlijk een jood verraadt.
Voor hun daad stellen ze haar vragen over het verraad.
In een ‘Joden-onvriendelijke omgeving’ (understatement) noemen ze
de kleermaker ‘onze beste vriend’ en komen voor hem op.
Niet heel ferm, maar toch, dat is eerder dapper dan meedogenloos.
Of ze het huis van de buurvrouw in brand zetten en of ze
de zogenaamde blinde en dove buurvrouw (waarom?) om het leven brengen?
Uit de film wordt het niet duidelijk.
Ja, ze rennen uit het huis van de buurvrouw en de brand ruimt een hoop ellende op.
Ze helpen op verzoek van hun oma, de oma te sterven bij haar tweede beroerte.
De eerste beroerte beïnvloedt haar leven enorm.
De fysieke beperkingen van de ongelukkige plattelandsvrouw
tijdens oorlogstijd zet haar ertoe de jongens te instrueren hoe te handelen.
De houding ten opzichte van de vader die uit gevangschap terugkomt
is misschien vreemd.
‘Je kunt het mijnenveld oversteken met grote stappen,
als je iemand voor je laat gaan’.
Dat zegt de voice-over bij het sterven van de vader. De eerste zin is van de zonen.
De tweede zin niet.
Overigens een vader die zich meer zorgen maakt om zijn toekomst
dan die van zijn zonen.
De opkomst van Hongaars neo-nazisme, er komt in de film niets voor dat er naar verwijst.
Ik snap wel waarom de verkooppraatjes deze elementen in de film onderbrengen.
De film is een slechte boekverfilming.
Het scenario rammelt aan alle kanten en er lijkt nergens een boodschap te zitten.
Kinderen die zich trainen om slaag, kou en honger te kunnen verwerken,
het is niet het beeld dat we van hen hebben.
Er wordt wel vaak gezegd in de film dat een scheiding van de tweeling
ondragelijk zou zijn maar ze besluiten wel zelf dit te doen. Waarom?
Het dikke schrift (dat in de eindscènes er plots weer dun en nieuw uitziet)
wordt regelmatig in de film getoond met informatie die wel voor te stellen is,
maar die geen directe relatie heeft met de gebeurtenissen in de film.
Misschien geeft het boek van Agota Kristof meer duidelijkheid en achtergrond
voor de onduidelijke verhaallijnen van de film.
Maar een film hoort op zich zelf te staan.
Le Grand Cahier faalt hierin wat mij betreft.