Afgelopen donderdag ben ik gaan kijken naar De Bijbel van Anjou
een koninklijk handschrift ontsluierd.
Delen van het middeleeuwse boek zijn op dit moment te zien in Leuven.
Het is een prachtig handschrift maar bij de tentoonstelling
heb ik toch wel een paar kanttekeningen.
Dat het een prachtig boek is, staat buiten kijf.
Het boek is in een redelijke staat.
Is voorzien van heel veel illustraties in de marges van de tekst.
Verder zijn de initialen van de verschillende bijbelboeken
prachtig geillustreerd.
Het goud straalt je tegemoet van de bladzijdes.
Dus daar zit hem het probleem niet.
Het probleem zit hem in de manier van tentoon stellen.
In Leuven is men gegaan voor de eenvoudige weg:
we tonen wat pagina’s en that’s it.
Helaas is er nauwelijks aandacht voor het brede scala
van facetten van een dergelijk boek:
– het handschrift;
de tekst is door 1 kopiist geschreven. Dat is bijzonder.
Wat is er van dit schrift te vertellen?
Hoe verhoudt dit zich tot andere middeleeuwse bijbels?
– de tekeningen in de marges;
De tekeningen zijn erg uitgebreid.
Wat is hun betekenis. Slechts af en toe wordt er
een afbeelding geduid. Moet ik daar soms die Engelstalige,
erg dure, catalogus voor kopen?
– het meesterwerk;
de tentoonstelling stopt maar niet om te beweren
dat het hier om een meesterwerk gaat.
Dat kan best zijn maar hoe heeft men dit vastgesteld.
Hoe verhoudt dit manuscript zich ten opzichte van andere
manuscripten uit die tijd?
– de tekst zelf;
– het kleurgebruik;
enz, enz.

Niet alles in Leuven is prachtig. Het regende niet meer toen ik in Leuven aankwam. Soms scheen nog even de zon.

Maar ook lelijke dingen doen het soms goed op een foto.


Inde dry coppen.

Anno 1931.


Het klein begijnhof van Leuven. Is geen hofje meer. Het is nog maar een straatje.

In het centrum is men bij de gelegenheid van werkzaamheden nog een aantal oude gebouwen aan het opgraven en onderzoeken.




Maar ik ging natuurlijk voor De Bijbel van Anjou. Ik zag op een aantal pagina’s een soort ‘versiering’ tussen de tekstregels zoals op dit voorbeeld hierboven. Misschien heeft het iets met de versnummering van de bijbel te maken. Geeft het misschien een einde van een hoofdstuk aan?

Op een van de paginagrote afbeeldingen staan 8 deugden die ondeugden vertrappen. Dit is de deugd van moed of kracht (Fortitudo).

Hier een voorbeeld van een rijk versierde initiaal. Dit is de letter V (van de latijnse tekst Visio Ysaiei Filii Amos). Uit het boek Jessaia, blad 174v.

Dit is een versierde letter die bij veel mensen tot de verbeelding zal spreken: Jona wordt door de walvis uitgespuugd op de kant. Dit is de letter E (van de latijnse tekst Et factum erst verbum Domini). Uit het boek Jonas, blad 227v.

Dezelfde afbeelding maar nu zonder de versiering buiten het kader van de letter. Maar wat doet die man op het paard bij deze letter. Is de engel aan de bovenkant van deze letter toeval of heeft dat een speciale betekenis?

De Letter N (van de latijnse tekst Nemo cum prophetas). Van het boek Jessaia, blad 174v. Wat ik hier grappig vind is de opgeheven vinger. Die zie je in deze bijbel op heel veel plaatsen. Toch is dit een middeleeuws, katholieke bijbel gemaakt door een Italiaanse schilder en geen Noord Europese Calvinistische versie.

Het evangelie van Matteus. Dat begint met de letter M. In deze letter is een engel afgebeeld, symbool van deze evangelist. Blad 248v.

Een ondeugende afbeelding, op de linkerhoek van een bovenmarge. Blad 232r.

Een toernooiridder, in galop. Middenafbeelding van de ondermarge van blad 292v. De wapenschilden aan het paard zijn vast voorbeeld van het nijverig toeeigenen van deze bijbel door Niccolo d’Alife. Want dit is zijn wapen en niet dat van Andreas van Hongarije voor wie de bijbel oorspronkelijk bedoeld was.
Er is dus veel te zien in Leuven.
De tentoonstelling loopt nog tot Sinterklaas.
Grijp deze kans aan.