In een van mijn vorige blogs heb ik dit kladje opgenomen.
vandaag doe ik een poging om de tekening duidelijker
weer te geven.
Dit is de kladversie van de manier waarop je een romaanse binding maakt. Het is misschien niet moeilijk als handeling maar de handelingen zijn steeds weer net iets anders. Om dat te leren is een docent wel handig maar als die er niet is moet je jezelf de weg wijzen. Ik heb steeds een tekening gemaakt van een actie en vervolgens een foto. Eens kijken hoe dat bevalt.
De vorige keer heb ik de elementen die op de tekening staan geprobeerd uit te leggen: een katern waar het kapitaalhoekje is weggehaald. Het gat voor de kettingsteek (meest linkse) en het gat voor het binden aan de riempjes. Die drie riempjes waarvan er hier 1 is voorgesteld, is doorgesneden in de lengte en daarom hier gepresenteerd als twee stroken leer. Dan de kapitaalkern (perkamenten strengel) van wat straks een integrale kapitaalband wordt. Eerste actie: steek de naald door het gat van de kettingsteek.
Hier steek ik de naald met het zwarte boekbindersgaren door het gat van de kettingsteek. Let op: het dekblad ligt op de achterplat en is met een smalle rand van 1 centimeter, aan de rugzijde van het katern, on het katern geslagen. Die rand staat ook al heeft hij weken onder bezwaar geleden, nog steeds makkelijk omhoog. Dat maakt het naaien moeilijker.
Haal de draad door het katern richting perkamenten strengel en naar je toe (tussen katern en kapitaalkern).
Ik realiseer me dat door de verschillende posities van waaruit de foto’s gemaakt is, het nog steeds een legpuzzel blijft om dit precies te volgen.
Nu rondt je de kapitaalkern.
Dan weer opnieuw door het gat van de kettingsteek. Je ziet dat op deze manier zowel aan de binnen- als de buitenzijde de inbinddraad komt te zitten. De methode kost dus nogal wat draad maar het is een echt ‘netwerk’ wat rond de katernen, de kapitaalkernen en de riempjes gebonden wordt. Volg volgende series foto’s en je zult steeds beter dat beeld krijgen.
Dat is het eerste gat.