Er is een tentoonstelling van werk van Gerrit de Morée
in Het Gele Huis in Princenhage.
Ruim één jaar geleden schreef ik ook over hem naar
aanleiding van een muurschildering in Electron.
In het verleden zag ik meerdere keren de muurschildering
in de moderne kerk van Prinsenbeel. Er zijn met verschillende technieken
vormen in de muur aangebracht die een geheel vormen met de
abstracte sculpturen die er voor staan.
Slim bedacht en mooi uitgevoerd.
Heel modern voor een agrarisch dorp als Prinsenbeek was in
de jaren zestig.
Het is werk van Gerrit de Morée.
De ‘poster’ van de tentoonstelling. Gerrit de Morée.
Gerrit de Moréé wordt op 28 januari te ’s Hertogenbosch geboren.
Als kind al toont de Morée een bijzondere belangstelling voor al wat leeft en groeit en bloeit.
Een fascinatie die hij zijn leven lang zou houden en ook tot uiting kwam in zijn werk.
Vooral dieren hadden een bijzondere aantrekkingskracht op hem.
Het zich steeds maar weer kunnen verwonderen over de schoonheid van de natuur en het eindeloos respect hiervoor, waren kenmerkende eigenschappen van hem.
Hij kon inspiratie halen uit de kleinste diertjes en zag het grootse in het kleine.
Zelf vond hij het jammer gat veel mensen aan een hoop dingen voorbij gingen.
In 1923 verhuit Gerrit de Morée met zijn ouders naar Breda, waar ijn vader in dienst treedt als kapelmeester van het zesde regiment infanterie (het roemruchte “Zesde”).
Inmiddels is gebleken dat de Morée over bijzonder tekentalent beschikt, getuige een prachtig pentekeningetje dat hij in die tijd voor zijn vader maakt.
Een opleiding in die richting ligt dan ook voor de hand en de Morée gaat studeren aan de Koninklijke Academie Voor Beeldende Kunsten in Den Bosch en aan de RK Leergangen te Tilburg.
Hier krijgt hij les van kunstenaar Jan van Delft.
Begin jaren dertig studeert de Morée nog enige tijd in Parijs aan de Académie de la Grande Chaumière.
In 1929 behaalt hij zijn MO-akte tekenen, zodat hij naast beeldend kunstenaar ook tekenleraar is.
Een ideale combinatie voor de Morée, want het onderwijs boeit hem.
In het begin geeft Gerrit de Morée voornamelijk les op zijn atelier en op de Nijverheidschool te Roosendaal en de avond-tekenschool te Gilze.
Samen met Niel Steenbergen en Dio Rovers richt hij in 1945 De Vrije School voor Beeldende Kunsten op.
Dit zou het latere St. Joost worden.
Hij vindt het een uitdaging om met zijn studenten nieuwe technieken toe te passen en er uit te halen wat er in zit.
De Morée is graag gezien bij zijn leerlingen die hem soms liefkozen “ome Gerrit” noemen.In 1933 wordt op initiatief van kuntenaar Jan Strube de Bredasche Kunstkring opgericht.
Ook hier was Gerrit de Morée nauw betrokken.
Hij vervulde in het begin even de functie van secretaris.
In de crisisjaren is er ook voor kunstenaars weinig werk.
De Morée verdient in die periode de kost voornamelijk met het maken van enorme hoeveelheden illustraties voor boeken, bladen en tijdschriften.
Gerrit de Morée moet gedurende zijn leven duizenden illustraties hebben geproduceerd.
In de oorlogsjaren maakt hij een aantal muurschilderingen waaronder in het Ignatiusziekenhuis te Breda en in het gemeentehuis te Chaam.
Ook de Duitse bezetters willen wel een muurschildering van hem, maar dit weigert hij door te zeggen dat hij hiertoe gebrek aan inspiratie heeft.Vanaf de jaren vijftig is de Morée ook een veelgevraagd monumentaal kunstenaar.
Hij maakt oa sgraffito’s, mozaïken en glas-in-loodramen voor kerken, bedrijven en openbare gebouwen.
Helaas hebben een flink aantal van deze werken, door kortzichtigheid en onwetendheid de sloophamer niet overleefd.In de jaren zeventig is Gerrit de Morée actief betrokken bij de oprichting van de Beeldenaar.
Een instituut voor amateur beeldende kunst.
Ook werd hij gevraagd om voor korte tijd de functie van directeur te bekleden van De Beyerd.
In 1974 neemt de Morée op grootse wijze afscheid van zijn St. Joost.
Van pensionering is volgens hem geen sprake, odat het gewoonweg niet bestaat is zijn vak.
Hij blijft dan ook tot het einde van zijn leven zeer productief.Op 13 oktober 1981 overlijdt Gerrit de Morée plotseling in kunsthandel Jas te Breda.
Hij is tweeënzeventig jaar oud geworden.
Zijn kunst blijft en het sparen van de muurschilderingen in Chaam zijn een ode aan deze voor Breda zo belangrijke kunstenaar.P. Horward
Gerrit de Morée, De terugkeer van de vogels.
Gerrit de Morée, Luilekkerland, 1973.
Gerrit de Morée, De ontsnapping, 1972.
Gerrit de Morée, Don Quichote.
Gerrit de Morée, De ark van Noach, 1967.
Gerrit de Morée, Witte schapen, zwarte schapen, 1967.
Een heel sterk beeld. Gerrit de Morée, Ruiter, 1967.
Gerrit de Morée, De schepping van de planten, 1968.
Gerrit de Morée, De schepping van de vissen, 1969.
Het Gele Huis, Gerrit de Morée, Breda ons eigen stad, 1979.
De aanleiding van de tentoonstelling is vast ook de verschijning van een boek met vouwplaten van dieren. Hierboven zie je clichés. De linkse is zeker van een bouwplaat.
De voorbeelden.
Het boek: artis-forma.