Vandaag las ik een stuk in ‘De Brandmeester’,
de gedundrukte uitgave van Van Oorschot van het beste van Bomans.
Het begin van het verhaal ‘Nederlanders in Rome’ viel me op.
Een klein stukje (pagina 29):
Wat ons bij een vreemd volk allereerst in het oog springt, is maar een klein segment van zijn karakter, namelijk het gedeelte dat niet met onze eigen aard samenvalt. Het is nuttig deze eenvoudige waarheid eens te overwegen. Consequent doorgedacht moet zij tot de conclusie leiden dat de beste waarnemer van deze dunne schijf de man is die niets van het land weet en bovendien net is aangekomen. …. Wat is ‘raar’? Raar is al datgene wat in Bussum niet gebeurt. U kunt zich nu wel voorstellen wat een rare stad. … wel is.
Volgens mij zou het goed zijn als een deel van het Nederlandse volk
deze waarheid eens in zijn oren zou knopen.
Daarnaast is het een soort van leeshulp voor mensen die de foto’s
in dit artikel gaan bekijken.
We hadden de eerste baldakijn zien vertrekken. Hoe een en ander precies in zijn werk gaat is me nog niet helemaal duidelijk. Ik sta hier nog tussen de toeschouwers en de mensen die de ‘processie’ vormen.
Ik kijk mijn ogen uit.
Op de trappen van de kerk staan de oudere pelgrims nog steeds opgesteld en maakt de tweede baldakijn aanstalten om bij de ‘processie’ aan te sluiten.
Met vuurwerk gaat de stoet van San Tomas naar beneden.
Deze erewacht staat meer in de schaduw.
Iedere groep heeft zijn eigen muziek bij zich. Met versterking.
Terwijl de baldakijn al beneden is wordt er nog steeds vuurwerk afgestoken.
Er is niet veel ruimte en tegenover de kerk San Tomas zie je in de verte links een volgende kerk. Uiteindelijk zullen we beide bezoeken en nemen we plaats op de trappen van de tweede kerk om van het uitzicht te genieten. Maar nu zitten we nog midden in de drukte.
Er zijn veel mensen in traditionele kleding, maar niet iedereen. De muziek in de ‘processie’ zou ik omschrijven als typisch Latijns-Amerikaans.
Dit is een stuk moderner. Het ziet er gelikter uit, de muziek is keihard (oorpijn). Veel blazers en zang in hoog tempo. De sfeer zit er in. De bands wisselen elkaar af op de podia die tegenover elkaar zijn opgesteld.
Langzaam keert het feest zich weg van de ‘processie’. Tussen de twee kerken staat een hoge paal. Daarin zijn mensen bezig met touwen.
Een eind verder op is het rustig. Het is ook markt. Hier een eenzame kraam met aardewerk.
Op de muur, vlak bij het lokale museum, staat deze muurschildering. Rust in al die drukte.
Gewroet met touwen op hoogte.
Dan verschijnt deze doodskist. Ik vermoed dat een van de waaghalzen die straks capriolen gaan uithalen hoog in die paal, op deze manier zijn entree maakt.
De paal voor Iglesia Santo Tomas. We hebben een tijd staan wachten om te zien wat er gaat gebeuren, maar het duurde ons te lang.
Onderweg naar het hotel (even de weg terug zoeken) zagen we dit grappige reclamebord voor een tandarts.