Eind vorig jaar verscheen er een nieuw deel in de Saldencahiers van Uitgeverij Statenhofpers. De Saldencahiers zijn genoemd naar graficus Helmut Salden. Het is ook in de sfeer van het werk van Salden dat de stofomslag van de reeks wordt ontworpen en ook dingen als het lettertype van het zetwerk wordt gekozen.
Het leuke van de Salden-reeks is dat het
boek heel prettig oogt en bovendien dat je steeds met
een verrassende schrijverskeuze wordt geconfronteerd
zodat je kennis van de literatuur wordt verbreed
zonder dat je hele zware werken voor moet doospitten.
Deze keer is er werk te lezen van Mary Dorna
(Mary Jeanette Tenkink-Stoppelman).
Ze schreef stukken die meteen duidelijk maken waarom
S. Carmiggelt tot de bewonderaars van haar behoord.
Het titelverhaal krijgt in de voorlaatste zin haar
ontknoping (die ik hier niet ga verklappen).
Karakteristiek vind ik de laatste zin van het verhaal ‘Einde’:
“Het schijnt toch niet goed te zijn, op jeugdige leeftijd jenever uit theekopjes te drinken.”
Voor wat verdere details het Colofon van ‘Dames in de sneeuw’ van Maty Dorna.