Vanaf Preah Vihear hebben we een tocht met de auto
naar Banlung gemaakt.
De laatste plaats voor dit bezoek aan Cambodja.
Van Banlung gaan we naar Laos.
In Banlung verbleven we in een mooi hotel,
eigenlijk een groep gebouwen, veel groen en een openbaar zwembad.
In de kamer die wij hadden was een bijzonder raam aanwezig.
Het zat tussen de kamer en de ruimte met al het sanitair.
Volgens mij is dit het Chinese teken voor Double Happiness. Een symbool dat vaak gebruikt wordt op Chinese bruiloften.
De volgende ochtend bij het ontbijt is dit het uitzicht. Toch niet verkeerd.
Het is de bedoeling om vanuit Banlung een tocht te maken in een klein
deel van de provincie Rattanakiri. Daarbij krijgen we meer inzicht
in de vele verschillende minderheden die er in Cambodja zijn.
De Khmer zijn in de meerderheid maar dat is niet de enige bevolkingsgroep
die in Cambodja leven.
Een overzicht kregen we met deze kaart:
Waar wij een kijkje gaan nemen is het deel dat linksboven op de kaart getekend staat. De zwarte punt rechts onder is Banlumg.
Al snel komen we in een dorp van een minderheid die nog aan voorouderverering doen en een sjamaan kennen. Deze begroeiing tussen een afzetting is het gebied voor rituelen.
Dit is een gemeenschaps- of dorpshuis.
Het rieten gebouw wordt door jonge mensen gebruikt als hun verblijf voor dat ze volwassen zijn, als voorbereiding op hun volwassen leven.
De gids noemt een aantal planten, maar de namen ben ik vergeten en heb ik ook niet opgeschreven. Maar het is een mooie foto.
Dit is de boom waar de vruchten aan groeien.
Cambodja is voornamelijk een agrarische samenleving. Dus dan kun je dieren op het erf tegen komen.
Op deze foto zie je een beetje waarom dit deel van Cambodja ‘Terre rouge’ (rode aarde) wordt genoemd.
Met dat bootje, daar, onder bij de rivier, gaan we de volgende etappe van de tocht maken. Daarover meer in de volgende blog post.












