Het Breda’s Museum wordt samengevoegd met Moti.
Volgens mij het failliet van de plannen rond Breda Grafiekstad.
Maar het is een economische en politieke realiteit
die velen vanaf het begin hebben zien aankomen.
Lastig is dan nu de pijnlijke samenvoeging waar
iedereen in de pers, tegen beter weten in, luchtig
over doet. Vooral pijnlijk voor het Breda’s Museum.
De verzameling Bredase kunst en historische stukken
zullen het met een veel, veel kleinere ruimte moeten doen.
Ik ben een liefhebber van grafiek maar wat heeft de
reconstructie van het Turfschip of het werk van
Petrus van Schendel of Teun Hocks te maken met
letterontwerp en pagina-opmaak?
Vandaag nog een laatste keer gaan kijken en wat op de foto
vastgelegd want wanneer krijgen we het weer te zien?
Overigens is het museum nog open tot eind van dit jaar.
Er zijn drie tentoonstellingen: een van fotografie,
de toepstukken en de historische tentoonstelling.
Ik ging door alle drie:
Robin de Puy, Jan.
Vanwege de symboliek voor mij de mooiste foto uit de serie Jan.
Indruk van een van de ruimtes boven.
‘Inpakken en….’ is de tweede tentoonstelling. Dit is een serie topstukken van het museum maar naar mijn gevoel ontbreken er een hele hoop. De teksten zijn leuk opgemaakt als verzendlabels.
Links en rechts staan de kisten al klaar voor de verhuis.
Teun Hocks, Geest uit de fles, 1983 – 1984, papier.
Een schildering die een indruk geeft van de activiteiten van de Teolin. Een voormalige lakkenfabriek in Breda.
Dan is er ook dit drieluik te zien van Dio Rovers, De Vlucht.
Het linkerpaneel.
Het midden.
Het rechterpaneel.
Bij de historische stukken is ook het Turfschip te zien. Je kunt onderin de soldaten zien zitten.
Anoniem, Justinus van Nassau, 1600 – 1700, olieverf op paneel.
Mijn laatste toegangsbewijs.