Je gaat natuurlijk niet naar India voor de hotels.
Prima als het goede hotels zijn maar je gaat voor het land,
de mensen, de cultuur.
We gingen naar Pushkar voor de Pushkar Camel Fair.
We wilden niet één dag en één nacht gaan maar meerdere dagen,
zodat we de opbouw en de afbouw konden meemaken.
Toen we op de eerste dag aankwamen waren er al wel voorbereidingen
aan de gang maar de drukte zou nog moeten komen.
De kameel is voor de Indiase landbouw wat voor ons het paard
was: vervoermiddel en hulp in de landbouw.
Dat is net als in Nederland aan het veranderen.
Kamelenhandelaren zijn er dan ook steeds minder.
Maar als je nooit in Pushkar bent geweest maakt het niet zo veel
uit hoeveel kamelen er komen.
Mijn foto’s in volgende berichten gaan dat hopelijk tonen.
De eerste nachten konden we in een hotel verblijven.
De prijzen waren nog acceptabel.
Daarna zouden we naar een tentenkamp voor toeristen verhuizen.
Mooi hotel. We hadden een kamer op de begane grond.
Ontbijt in de tuin. Fantastische sfeer.
Maar dit beeld door een raam in de muur van de hoteltuin maakte diepe indruk. We waren al eerder in India geweest maar dit overtrof toch weer mijn verwachtingen,
Ook op een gewone dag is het blijkbaar best druk in Pushkar.
Overal waar je kijkt zie je wel een plaats die als tempel dienst kan doen. Hoe vaak je ook in India komt, dat blijft steeds indrukwekkend.
Pushkar is een pelgrimsoord voor Hindoes en Sikhs. Daarom zijn er al die tempels en ghats (trap aan het water die door pelgrims gebruikt worden).
Trap naar de weg waar vrouwen zitten bij een winkel.
Door een sluier ziet alles er nog romantischer uit.
De heuvel op de achtergrond (links) heeft op de top natuurlijk een heiligdom.
In de avond maakte ik een paar foto’s vanaf het dak van het hotel.
Deze foto maakte ik verder op in de stad.
Als je denkt: waar zijn nou die kamelen?
Rustig maar, nog heel even.