Vandaag is er weer hard gewerkt in de drukkerij.
We hebben grofweg drie dingen gedaan:
= de teksten die de afgelopen weken met de hand zijn gezet,
moeten gecorrigeerd worden;
= de teksten waar ik al een tijd geleden aan gewerkt heb,
en die rechtstreekse citaten zijn uit een boek,
moesten anders beginnen. Anders sluiten de teksten
minder goed aan bij de lino’s die de illustraties gaan vormen in mijn boek;
= het colofon moet met de hand gezet gaan worden.
Aan alle drie de activiteiten hebben we gewerkt, alleen
het colofon is nog niet helemaal af maar daarvoor is
ook nog niet alle info beschikbaar.
Mijn instructeur neemt het priegelige werk voor zijn rekening: het corrigeren van de onlangs gezette teksten.
Het begin van teksten herzien betekende in een geval dat een hele alinea op de schop moest. Nieuwe woorden worden toegevoegd waardoor de originele regel niet meer past. Woorden dienen dan naar een volgende regel te worden overgenomen. Op die manier moesten 4 of 5 regels omgebouwd worden. Dat gebeurt op de zethaak terwijl de woorden weggehaald worden uit de oorspronkelijke tekst.
Hier wordt een regel omgebouwd op de zethaak.
Regel voor regel. De ‘nieuwe’ regels moeten weer wel de goede breedte hebben. Dus het uitvullen met spaties moet iedere keer opnieuw worden uitgevoerd.
Hele woorden of zinsdelen, inclusief de spaties, worden uit de oorspronkelijke tekst weggehaald om naar de zethaak over te brengen. Een gat achterlatend in het oorspronkelijke zetwerk. Pas op, er moet voldoende plaats op de galei zijn voor dit werk.
Een soort open hart operatie. De oorsponkelijke tekst moet grotendeels intact blijven en de nieuwe zetregels moeten ingevoegd gaan worden op de oude plaats.