Bij de voorbereidingen van Koppermaandag, vorige week woensdag, maakte ik deze foto van de kopperprent van Etten-Leur.
Wat de kopperprent precies is kunt u lezen op de tentoonstelling in het Nederlands Drukkerij Museum in Etten-Leur dat dit jaar 40 jaar bestaat.
De tekst van bovenstaande poster is ook hier te lezen:
Wat is Koppermaandag?
Al jaren wordt traditiegetrouw op Koppermaandag (de eerste maandag na Driekoningen) de kopperprent uitgereikt aan de burgemeester van Etten-Leur door de voorzitter van de Stichting Nederlands Drukkerij Museum onder het genot van koffie en worstenbrood.
Een oude traditie, die door de verschillende burgemeesters al jaren in stand gehouden wordt.
De Kopperprent komt eerst een jaar te hangen in de kamer van de burgemeester en vervolgens tussen voorgaande uitgaven van deze prent op een speciaal plekje in het stadhuis.
Koppermaandag is de eerste maandag na Driekoningen (6 januari).
Op die dag hielden vroeger de drukkersgilden traditioneel een feestdag.
De gildebrieven werden voorgelezen en de priveleges, die de leden van het drukkersgilde genoten, werden opgesomd.
Vervolgens trokken de gilde-lieden de stad in om geld in te zamelen, dat vervolgens werd verbrast.
Zo sloten zij de donkere periode rond de kortste dagen van het jaar af.
De naam stamt waarschijnlijk van ‘kopperen’, dat ‘feestvieren’ betekent, via ‘kop’ dat staat voor ‘beker’.
Koppermaandag wordt al in de eerste helft van de 15e eeuw genoemd, maar is waarschijnlijk nog ouder.
Toen in de 18e eeuw de drukkersgilden werden afgeschaft, werd de traditie van deze feestdag in stand gehouden onder de drukkers.
De gezellen van de drukkers drukten als proeve van vakbekwaamheid een speciale prent met een heilwens erop, de Kopperprent, die zij op Koppermaandag aan de meester-drukker en de eigenaar van de drukkerij overhandigden.
In de 19e eeuw werden de Kopperprent ook aan relaties gestuurd als geschenk.In de loop van de 20ste eeuw ging het ritueel vrijwel verloren, doordat men in plaats van Koppermaandagprenten, Kerst- en Nieuwjaarskaarten ging versturen.
Na de Tweede Wereldoorlog werd de traditie van de Kopperprent deels weer in ere hersteld.
In 1948 gebeurde dat in Haarlem, de stad van Laurens Janszoon Coster, ‘s-Hertogenbosch, Arnhem en Gouda, daarna vanaf 1949 en later ook in Noord-Brabant (o.a. in Etten-Leur), Zeeland en in Groningen.

