The Mukden Incident, 18-19 september 1931





Japanse invasie van Mantsjoerije, 1931. Bron foto: Een Chinese blog




Nederlandse vertaling/samenvatting van deel 3:

Tussen de vele binnenlandse Japanse militaire en politieke ontwikkelingen
die aan het licht kwamen tijdens het Tokyo proces
was ook de ontstaansgeschiedenis van het Mukden Incident van 1931.
Het was zoals de Chinezen hadden beweerd volledig in elkaar gezet
door het Japanse leger,
of liever gezegd door een aantal leden van het Japanse leger,
met name de xe2x80x9cjonge officierenxe2x80x9d-kliek van het Kwantung leger.
In maart 1931 had een burger, een propagandist
(nu zouden we zeggen een pr-medewerker),
een medewerker van de South Manchuria Railway, Dr. Shumei Okawa,
samen met bepaalde legerofficieren in het ministerie van oorlog
en de generale staf, een samenzwering tegen de Japanse overheid opgezet.
Ondanks dat het plan door de toenmalige minister van oorlog,
Generaal Kazushige Ugaki, na enige aarzeling werd gestopt,
ging Okawa door met de agitatie en samenzweringen
en tegen de herfst had hij een nieuw complot in het leven geroepen.
Op een dag in augustus had hij te sake veel gedronken
en vertelde hij een vriend dat hij samen met drie legerkolonels
een incident aan het voorbereiden was dat in Mukden zou plaatsvinden.
Of hij ook de geestelijk vader achter het Mukden Incident is,
is niet helemaal zeker, want het incident
schijnt door Kolonel Seishiro Itagaki zelfstandig te zijn bedacht.
Een aantal officieren hielpen hem en Kolonel Kenji Doihara
(later bekend als de Lawrence of Manchuria)
en Luitenant Kolonel Kanji Ishihara waren enkele van de officieren.
Seishiro Itagaki zou in 1932 generaal major worden
en een glansrijke carrixc3xa8re doormaken in het Japanse leger
dat pas werd bexc3xabindigd aan het eind van de Tweede Wereldoorlog.
Hij werd door het Internationaal Militair Tribunaal voor het Verre Oosten
ter dood veroordeeld en in 1948 werd die straf uitgevoerd.
Nadat hij in 1934 een onderscheiding ontving voor zijn diensten
in Mantsjoerije, diende Itagaki als minister van oorlog
tijdens het Konoye kabinet en bezette daarna posten
in Singapore en andere plaatsen.
In 1931 zou zijn doel zijn geweest om vrede en rust te brengen
in Mantsjoerije en om de inwoners van Mantsjoerije
vertrouwd te maken met Kodo, de xe2x80x9cKeizerlijke wegxe2x80x9d
en misschien om tegelijkertijd in Japan
een geestelijke herbronning te laten plaatsvinden, de Showa restoration.
Zou hij alleen harmonieuze relaties tussen zijn land
en China hebben nagestreefd, een veel pragmatischere wens dan Kodo,
dan zou hij gestopt zijn met de samenzweringen.
In 1931 lagen immers vreedzame oplossingen
voor de meest verstorende aspecten van het Mantsjoerijeprobleem,
voor het grijpen.
De Japanse ambassadeur voor China, Mamoru Shigemitsu,
en de Chinese minister voor financixc3xabn, T. V. Soong,
waren beide van plan om op 20 september af te reizen naar Mukden
om te overleggen met Maarschalk Chang Hsueh-liang (Zhang Xuelin,
de zoon van Zhang Zuolin) en de president-directeur
van de South Manchuria Railway, Graaf Yasuya Uchida.
In de middgag van 18 september waren de onderhandelingen
over het aanpassen en oplossen van de Nakamura-zaak
in volle gang in Mukden.
Het Japanse consulaat en de vertegenwoordigers van Chang Hsueh-liang
(Zhang Xuelin) waren er bij betrokken.
Een bijeenkomst in het consulaat werd opgeschort rond 8 uur die avond
en een derde sessie stond gepland voor diezelfde avond
in de aanwezigheid van Kolonel Itagaki en zijn assistent Majoor Tadashi Hanaya.
Maar toen de Japanse consul, Morito Morishima,
de kolonel en de majoor wilde opzoeken om het overleg voort te zetten
kon hij geen van beide vinden.
Hij was ongerust omdat Baron Kijuro Shidehara,
de minister voor buitenlandse zaken van Japan,
twee of drie dagen eerder een telegram had ontvangen
van de consul-generaal in Mukden (Kyujiro Hayashi)
met de mededeling dat de commandant van een eenheid in Fushun
had medegedeeld dat er binnen een week een groot incident zou plaatsvinden.





Herdenkingsbijeenkomst Mukden Incident met Japanners, 1931. Bron foto: Wikipedia






Robbert H. Ferrell.






Japanse bezetting van de stad Shenyang, 1931. Bron foto: Xinhua




Among the many Japanese military and political maneuverings uncovered by the Tokyo trial was the origin of the Mukden Incident of 1931; the incident was, as the Chinese had claimed, a complete fabrication of the Japanese army xe2x80x93 or, rather, certain members of the army, notably the xe2x80x9cyoung officerxe2x80x9d-clique of the Kwantung army. In Japan itself in March 1931 a civilian propagandist employed by the South Manchuria Railway, Dr. Shumei Okawa, together with certain army officers in the war ministry and general staff, had engaged in an abortive plot against the government. Although the then minister of war, General Kazushige Ugaki, after some hesitation, vetoed the scheme, Okawa continued to agitate and conspire, and by autumn he was arranging a new plot. One day in August he drank too much sake and told a friend that, together with three army colonels, he was going to bring about an incident in Mukden. Whether his was the mind behind the Mukden Incident, however, is not quite certain, for that incident seems to have been the independent affair of Colonel Seishiro Itagaki, of the headquarters staff of the Kwantung army, assisted by certain other officers, among them Colonel Kenji Doihara (later known as the xe2x80x9cLawrence of Manchuriaxe2x80x9d) and Lieutenant Colonel Kanji Ishihara.
Seishiro Itagaki was destined to become a major general in 1932 and to enjoy a brilliant career in the Japanese army, which closed only when, after the end of the second World War, the International Military Tribunal for the Far Earst sentenced him to death by hanging and carried out the sentence in 1948. After being decorated in 1934 for services rendered in Manchuria, Itagaki served as war minister in the first Konoye cabinet and afterward held posts at Singapore and other places. In 1931 his goal seems to have been to introduce peace and order in Manchuria, to acquaint the Manchurian Chinese with Kodo, the xe2x80x9cImperial Wayxe2x80x9d, and possibly to produce thereby in Japan a spiritual regeneration, The Showa restoration. Had he merely desired harmonious relations between his country and China xe2x80x93 undoubtedly a more prosaic wish than Kodo xe2x80x93 he should have ceased his plotting; for in September 1931 a peaceful solution to some of the most troublous aspects of the Manchurian problem lay at hand. The Japanese minister to China, Mamoru Shigemitsu, and the Chinese finance minister, T. V. Soong, were both planning to leave for Mukden on September 20, there to confer with Marshal Chang Hsueh-liang (the son of Chang Tso-lin) and the president of the South Manchuria Railway, Count Yasuya Uchida.
On the afternoon of September 18 negotiations for adjustment and settlement of the Nakamura case were in progress in Mu
kden between the Japanese consulate and representatives of Chang Hsueh-liang. A meeting in the consulate adjourned about eight oxe2x80x99clock that evening, and a third session was to meet later the same night, with added presence of Colonel Itagaki and the colonelxe2x80x99s assistance, Major Tadashi Hanaya. But when the Japanese consul, Morito Morishima, sought to locate the colonel and the major he could find neither. He was worried, because two or three days earlier the foreign minister in Tokyo, Baron Kijuro Shidehara, had received a cable from the consul-general in Mukden, Kyujiro Hayashi, reporting that a company commander of a patrol unit in Fushun had said that within a week a big incident would break out.
</blockquot





Japanse gepantserde voertuigen trekken Shenyang binnen, 19/09/1931. Bron foto: Xinhua





In het Journal of Modern History, een Amerikaans tijdschrift
dat een keer per kwartaal verschijnt,
schreef in de uitgave van maart 1955
de Amerikaanse historicus Robert H. Ferrell
een artikel over het Mukden-incident.
In deze logs neem ik het artikel integraal over
samen met een vertaling en een serie foto’s die
ik op verschillende plaatsen op het web heb gevonden.
Dit is het derde deel van de tekst waaraan een
inleidende log vooraf ging om de diverse partijen
te introduceren.