Het Turfschip van Breda II (stripverhaal)

 

De verteller 

Het wachten was dus op een signaal vanuit het Kasteel van Breda dat men weer turf nodig had.

Toen dat signaal er was werd een boodschapper snel naar Den Haag gestuurd.

Hier pakken we het verhaal weer op van de vorige editie.

Maurits wilde dicht in de buurt van Breda komen.
Want een aantal soldaten in het Kasteel van Breda
is nog niet genoeg om de stad in te nemen en te verdedigen
tegen versterkingen die de Spanjaarden er vast gelijk naar toe zouden sturen
zo gauw ze door kregen dat er iets loos was in Breda.
Maurits liet het gerucht verspreiden dat hij naar Gorkum zou gaan.
Lanciavecchia, de Italiaan in Spaanse dienst
en bevelhebber van Breda vertrouwt het niet.
Hij verdenkt Maurits er van een aanval op Geertruidenberg te plannen
en stuurt daar zijn troepen naar toe.









De soldaten onder leiding van Heraugixc3xa8re gingen in het donker,
met slecht weer, op pad naar het turfschip.
Soms kwamen ze op die zondagavond een dronken boer tegen
maar niemand kreeg hen in de gaten.









Aangekomen op de plaats van inscheping bleek na lang wachten
dat de schipper zich verslapen had.
Er werd afgesproken de volgende avond in te schepen.









Op de maandagavond ging iedereen voorzichtig aan boord.
Geluid maken zou de aandacht trekken.
Dat zou levensgevaarlijk geweest zijn.









De wateren in deze streek stonden toen nog
onder invloed van eb en vloed.
Dat in combinatie met het weer,
zorgde ervoor dat het schip vastlag in de modder en er bleef liggen.
Drie dagen moesten de soldaten wachten tot het schip kon vertrekken.
Al die tijd opeengepakt in het ruim van het schip
dat gemaakt was om turf te vervoeren en geen mensen.
Intussen vroor het en was er slechts eten voor 1 dag.
De mannen werden ontevreden en Maurits werd geraadpleegd.
Die verzocht de mannen nog 1 dag vol te houden.