Gisteravond ben ik naar de film gegaan en kwam daar
volledig onverwacht een collega tegen met dezelfde voornaam als ik.
Argusvlinder in het kwadraat.
Het werd een hele gezellige avond met een film met een zwaar onderwerp.
Land of mine dat je kunt vertalen als ‘Mijn land’ maar ook als
‘Land van mijnen’.
Het gaat over een Deense geschiedenis waar je niet trots op kunt zijn.
Na de tweede wereldoorlog werden 2000 (jonge) Duitse soldaten
gedwongen om de mijnen op te ruimen die aan de westkust van
Denemarken op/in de stranden lagen.
Dat dit grote risico’s met zich meebracht wordt didelijk als je
je realiseert dat 1000 Duitsers hierbij omkwamen of gehandicapt werden.
Het verhaal is aangrijpend, technisch is de film niet sterk, het verloop
van het verhaal is voorspelbaar, maar in tegenstelling tot Brooklyn van vorige week,
was de film goed genoeg om je geboeid te laten kijken.
In de bioscoop lag natuurlijk de gratis Filkrant.
Het blad irriteert steeds meer. In een poging ‘interessant’ te zijn
wordt er steeds een bak met onzin over je uitgestrooid.
De film Brooklyn heeft niets met vrouwenemancipatie te maken
en Land of mine is geen nationale schuldbekentenis van Denemarken.
Brooklyn gaat over wat iemands ‘thuis’ is en Land of mine
is een haast bizar maar historisch verhaal, niet meer
maar ook niet minder.
De Filmkrant pimpt de verhalen op met grote woorden voor de leescijfers.
Niet met verstand van film.
Interessant was wel het interview met Peter van Bueren, filmcriticus
vooral bekend van de Volkskrant. Bij hem geen sensatieverhalen maar
scherpe analyses van films.
Na afloop nog een glaasje gedronken met mijn collega en zo was het
alles bij elkaar een goede filmavond.
Land of mine, regie Martin Zandvliet.
