Wat is Kunst?

Dat is een vraag die ik voor me zelf probeer te beantwoorden.
Eigenlijk ben ik al zo’n 10 jaar bezig met het zoeken naar het antwoord.
De vraag lijkt eenvoudig, drie woorden.
Wat is Kunst?
Maar er zitten zoveel aspecten aan dat het me nog steeds niet gelukt is
om er een antwoord op te vinden.
Steeds vind ik weer puzzelstukjes die soms passen maar vaak ook
nog niet te plaatsen zijn.
Ik leg die dan even opzij om later, met behulp van nieuwe
puzzelstukjes, er een geheel van te maken.
De puzzel is alleen erg groot en heeft heel veel stukjes.
Het voorbeeld van de puzzel ontbreekt dus
het zal nog wel wat tijd vragen voordat de puzzel af is.
De meeste van die puzzelstukjes eindigen hier,
op mijn web log.
Soms vind je een heel mooi puzzelstukje.





Tafelklok: De wake van Alexander de Grote, Rusland, St. Petersburg, 1830 – 1850, Fotografie en beeldbewerking Erwin Olaf.





Gisteravond las ik een artikel van Maarten Klein.
Het artikel heet ‘Alles is ijdelheid’ en gaat over een van de boeken
van Louis Couperus: Iskander.
Ik heb het boek nooit gelezen.
Het gaat over Alexander de Grote.
Toeval (?) wil dat het Hermitage net een tentoonstelling
heeft afgesloten over Alexander.
Maarten Klein heeft daar de tekst die ik gisteren las
gebruikt als onderdeel van een lezing die hij in het Hermitage hield.





Grieks borstpantser gedecoreerd met Medusakop, 4de eeuw voor Christus.





In het begin van het verhaal schrijft hij over naturalistische,
realistische romans en personages en hun relatie met de lezer.
De brug naar realistische schilderijen/kunst en hun toeschouwers,
is dan snel gemaakt.
Wat hij daar schrijft is heel interessant.

Arabesken – Tijdschrift van het Louis Couperus Genootschap, nummer 37 – mei 2011

Romanpersonages zijn abstracte xe2x80x98mensenxe2x80x99 die in een wereld van letters, woorden, zinnen. alineaxe2x80x99s, motieven en symbolen tot leven komen, op een ondergrond van wit papier. Hun leven wordt in hoge mate bepaald door literaire regels en conventies. In naturalistische romans moeten deze romanpersonages zo realistisch mogelijk zijn.
Eline Vere bijvoorbeeld woont in Den Haag, in een milieu dat grote gelijkenis vertoont met dat van de betere Haagse milieus. Ze is gekleed volgend de mode van haar tijd en houdt van operaxe2x80x99s die in de jaren tachtig van de negentiende eeuw populair waren en die ze kon zien in de Franse opera in de Koninklijke Schouwburg. Ze loopt door bestaande Haagse straten en lanen en ze lijkt in alle opzichten op haar vader. Dat alles is conform de werkelijkheid.
Maar, hoe realistisch ook, zoxe2x80x99n naturalistisch romanpersonage staat toch nog ver van de werkelijkheid af. Net als heel veel andere romanpersonages in de Nederlandse letterkunde gaat Eline bijvoorbeeld nooit naar de wc en heeft ze ook nooit last van enig maandelijks ongemak. Als ze praat, spreekt ze altijd in mooie volledige, volkomen grammaticale zinnen. Ze hakkelt nooit, ze hoeft nooit naar het juiste woord te zoeken, zoals wij mensen van vlees en bloed dagelijks doen. Romanlezers aanvaarden deze conventies als vanzelfsprekend. Er is geen lezer, bij mijn weten, die ooit geklaagd heeft: xe2x80x98Ik ben nu op bladzijde 100 en ze is nog steeds niet naar de wc geweest.xe2x80x99