Gelezen: Rampjaar 1672

De afgelopen weken heb ik het boek ‘Rampjaar 1672’ gelezen.
Het is geschreven door Luc Panhuysen.
Het is een heel mooi boek.
Het beschrijft een complexe situatie in de Nederlandse,
of beter gezegd, West-Europese geschiedenis.

Frankrijk (Lodewijk XIV) doet een poging de Republiek
(zeg maar de voorloper van Nederland) te bezetten.
Slaagt daar grotendeels in: Maastricht wordt bezet,
maar ook bijvoorbeeld Utrecht.
De republiek kan zich alleen maar staande houden
door een groot deel van het land onder water te zetten.
Van Naarden, langs Woerden tot aan ten zuiden van Gorinchem.
Onze legeraanvoerder was Willem III.
Lodewijk ging dwars door de Spaanse Nederlanden
(zeg maar Belgie en Luxemburg) en viel ook Duitse
graafschappen, bisdommen enz aan.
Engeland rook zijn kans en probeerde Zeeland, Zuid en Noord Holland
te bedreigen door de Nederlandse vloot aan te vallen.
Zweden deed mee, Spanje en ook Oostenrijk.

Toen ik op school geschiedenis kreeg
heb ik er nooit iets van begrepen.
Het verhaal is ook niet eenvoudig maar wel heel leerzaam om te lezen.
Het vertelt veel over ons verleden en net zoveel over
de onbegrijpelijke conflicten waar religie zo’n belangrijke rol speelt.
Conflicten waar je iedere dag over hoort op radio en tv.

Waarom vond ik het nou zo’n goed boek?
Luc Panhuysen is een goed verteller.
Hij kiest een perspectief op het conflict dat er voor zorgt
dat je het verhaal wordt ingezogen.
Terwijl ik er over dacht moest ik gelijk denken
aan de boeken van Barbara Tuchman.
Ook zij koos altijd heel zorgvuldig het perspectief, de hoofdperoon
van haar verhalen.

In het geval van het ‘Rampjaar 1672’ werkt dat als volgt.
Het boek heeft de brieven tussen drie leden van een gezin als uitgangspunt.
Vader (van Reede) is een invloedrijke regent in de provincie Utrecht
en de ambassadeur die een verdrag aangaat met een Duitse vorst.
Hij verblijft dus tijdens de oorlog in Duitsland.
Die vorst begint een aanval op Franktijk die in werkelijkheid niet meer
dan een afleidingsmanoeuvre is.

De moeder is de kasteelvrouwe in Utrecht die op de vlucht moet
met personeel en huisraad voor het oorlogsgeweld.
Ze woont in Amsterdam en Den Haag en heeft goede connecties
dicht bij en zelfs met Willem III.
Ze vertegenwoordigt het volk in de bezette Republiek.

De zoon is een militair die deelneemt aan een aantal veldtochten
en de verdediging van de waterlinie.

Alle drie hebben hun eigen activiteiten die veel met de oorlog van doen hebben
en waarover ze in hun brieven aan elkaar schrijven.
Daardoor ontstaat een spannend verhaal en inzicht in de
politieke, economische, maatschappelijke en oorlogsrealiteit.
Dat alles zonder dat het moeilijk of droog wordt.
Integendeel het is spannend en interessant.
Zoals een goed geschiedenisboek moet zijn.





Luc Panhuysen, Rampjaar 1672.






Barbara Tuchman, De mars der dwaasheid.


The march of folly.



Dit boek van Tuchman heeft een heel andere indeling.
Het vertelt verhalen van Troje tot aan Vietnam
en toont aan dat mensen toch steeds weer foute beslissingen nemen
met verschrikkelijke gevolgen.
Maar haar insteek in al haar boeken is steeds dat het boek
niet alleen de juiste historische gegevens moet bevatten
maar dat het verhaal ook goed verteld moet worden.