Huijsmans, Constantijn (1810-1886)TekenleraarConstantinus Cornelis Huijsmans werd op 1 januari 1810 in Breda geboren. Hij was de zoon van Jacobus Carolus Huijsmans (1776-1859), drogist en fijnschilder en Maria Elisabeth Beens (1787-1869). Op 15 juli 1854 trad Constantijn Huijsmans in Breda in het huwelijk met Ludovica Francisca Maria (Louise) Kerstens (1823-1855), de jongste dochter van bierbrouwer Bernardus Kerstens. Zij stierf echter al kort daarop. Huijsmans hertrouwde niet meer. Hij overleed in 1886 in Den Haag.Maar behalve als kunstenaar en tekenleraar verwierf Huijsmans de meeste bekendheid als tekenpedagoog. Hij ontxc2xadwikxc2xadkelde twee tekenxc2xadmethodes, die op vele scholen gebruikt werden. In 1840 gaf hij zijn eerste tekenmethode, Het Landschap uit.In 1852 gaf hij een nieuwe, door hem ontwikkelde, theorexc2xadtixc2xadsche en praktische tekenmexc2xadthode uit, de Grondbeginselen der Teekenkunst.Ook deze methode, bexc2xadschouwd als het Nederxc2xadlandse standaardxc2xadwerk over de juiste tekenmexc2xadthode, vond gretig aftrek. Onder andere de Tilburgxc2xadse H.B.S., waar Vincent van Gogh les zou krijgen, schafte ze aan.Het hele artikel vind je bij vervolg of op de volgende website:Thuis in BrabantHet leuke is dat veertig jaar geleden de gemeente Breda een collectiedocumenten heeft opgekocht van de heren Huijsmans (vader en zoon).Onderdeel van de aankoop zijn drie schetsboeken.Die kun je nu zien op de web site van het Stadsarchief.Ter gelegenheid van de aankoop, is er ook een inventarisatie gemaaktvan wat er allemaal gekocht werd.Ook dat document is op het web te vinden (TOEGC0014).Hier volgen een paar stukjes eruit.
Voorblad.
Inleiding.De documenten werden dus gekocht vanInternationaal Antiquariaat Menno Hertzberger en Co uit Amsterdam.
Persoon 1.De eerste persoon waar deze collectie betrekking op heeft isJacobus Carolus Huijsmans (geboren 15/12/1776)Leerling van J.H. Frederiks.1825 Eerste directeur Stads Teeken-Instituut Breda.1830 Leraar handtekenen KMA Breda.
Persoon 2.De tweede persoon waar deze collectie betrekking op heeft isConstantinus Cornelia Huijsmans (geboren 01/01/1810)Leerling van M.I. van Bree, A. Scheffers en Cornelis van Spaendonck.1836 Directeur Stads Teeken-Instituut Breda.1837-1865 Leraar handtekenen KMA Breda.1865-1877 idem op de Rijksschool Willem II in Tilburg.Hier was Vincent van Gogh zijn leerling.1870-1877 Leraar Burger Avondschool in Tilburg.
Beschrijving schetsboek 21 en 22.
Het genoemde ontwerp voor het St. Gertrudabeeld voor de kerk in Princenhage (Afd IV, 22, blad 29).De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de handgeschreven tekstenbij de diverse tekeningen nauwelijks tot niet te lezen zijnop de .pdf die van de website van het archief te downloaden is.Alleen hier kon ik de woorden St Gertruda en Princenhage ontcijferen.
Vermoedelijk de genoemde Waalse Kerk te Breda (Afd IV, 22, blad 18).
Vermoedelijk de genoemde priester op de preekstoel in de kerk van de Nieuwstraat, Breda (Afd IV, 22, blad 01).
Beschrijving schetsboek 23.
Kaft schetsboek 23.
Huijsmans, Constantijn (1810-1886)TekenleraarAuteur: drs W.M.J.I. van GiersbergenLaatste wijziging: 21-10-2005 11:03:00 AMConstantinus Cornelis Huijsmans werd op 1 januari 1810 in Breda geboren. Hij was de zoon van Jacobus Carolus Huijsmans (1776-1859), drogist en fijnschilder en Maria Elisabeth Beens (1787-1869). Op 15 juli 1854 trad Constantijn Huijsmans in Breda in het huwelijk met Ludovica Francisca Maria (Louise) Kerstens (1823-1855), de jongste dochter van bierbrouwer Bernardus Kerstens. Zij stierf echter al kort daarop. Huijsmans hertrouwde niet meer. Hij overleed in 1886 in Den Haag.Constantijn Huijsmans kreeg zijn tekenopleiding in eerste instanxc2xadtie van zijn vader, directeur handtekenen aan het Bredase Stads Teeken Instituut en tevens leraar tekenen aan de Koninkxc2xadlijke Militaire Academie te Breda. Daarna volgde hij het onderwijs aan de Antwerpse academie. Als gevolg van de politieke onrust in Belgixc3xab werd zijn studie tussen 1830 en 1833 herhaalde malen onderbroken. In 1833 vertrok hij naar de academie in Parijs waar hij de schilder Ary Scheffer ontmoette, die zich voor het werk van de jonge Constantijn intexc2xadresseerde. De twee werken die Huijsmans inzonxc2xadd voor de Parijse tentoonxc2xadstelxc2xadling van 1835 kregen veel bijval. Hierdoor meer bekend geworxc2xadden, kon hij gemakkelijk kopers vinden voor zijn schilderijxc2xaden en tekeninxc2xadgen. Zijn geluk was echter van korte duur. In 1836 werd hij naar Breda terugxc2xadgeroexc2xadpen om zijn vader, die al langer met oogkwalen te kampen had en uiteindelijk blind was geworden, op te volgen als leraar. xc2xadOmdat zijn familie het geld nodig had, kon hij hen niet in de steek laten. De beide functies, leraar handtekenen aan de K.M.A. en directeur handtekexc2xadnen aan het Stads Teeken Instituut, oefende Constantijn Huijsmans uit van 1837 tot 1866.Daarnaast legde hij zich toe op het schilderen en tekenen van voornamelijk landschappen en interieurs, waarmee hij erkenning kreeg. Tot 1850 nam hij deel aan de meeste tentoonxc2xadstellingen in Den Haag en Amsterdam. Het schilderij ‘Een binnenhuis in de provinxc2xadcie Noord-Braband’ werd in 1845 aangekocht voor het partixc2xadculiere kabinet van koning Willem II.Maar behalve als kunstenaar en tekenleraar verwierf Huijsmans de meeste bekendheid als tekenpedagoog. Hij ontxc2xadwikxc2xadkelde twee tekenxc2xadmethodes, die op vele scholen gebruikt werden. In 1840 gaf hij zijn eerste tekenmethode, Het Landschap uit die een groot succes bleek te zijn en snel uitverkocht raakte. De methode, een vervolgxc2xadcursus, bestaat uit een door Huijsmans geschreven theorexc2xadtisch gedeelte, vergezeld van 36 lithografiexc3xabn, verdeeld over zes bundels. Deze methode werd op vele kostxc2xadscholen en tekeninstituten gexc2xadbruikt, evenals op de K.M.A.In 1852 gaf hij een nieuwe, door hem ontwikkelde, theorexc2xadtixc2xadsche en praktische tekenmexc2xadthode uit, de Grondbeginselen
der Teekenkunst. Deze was bedoeld om de leemte in het volksonderxc2xadwijs op te vullen. Opnieuw is er een door Huijsmans geschreven inleixc2xaddende tekst, maar nu werd de methode voorzien van 72 platen. Behalve aan de tekenkunst besteedde hij ook aandacht aan anatoxc2xadmie en esthexc2xadtica. xc2xadDe uitgave leidde nog datzelfde jaar tot het lidmaatschap van de Koninkxc2xadlijke Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam.Ook deze methode, bexc2xadschouwd als het Nederxc2xadlandse standaardxc2xadwerk over de juiste tekenmexc2xadthode, vond gretig aftrek. Onder andere de Tilburgxc2xadse H.B.S., waar Vincent van Gogh les zou krijgen, schafte ze aan.Met beide methoden wilde Huijsmans een nieuwe vorm in het tekenxc2xadonxc2xadderwijs introduceren. Het aanleren van trucxc2xadjes, zoals veelal gebeurde, wees hij af. De moeilijkheidsgraad van de stof steeg geleidelijk en het tekenen van allerlei delen van het menselijk lichaam kreeg grote aandacht. De weergave van het wezenlijke van de mens, gesitueerd in zijn omgeving, was voor Huijsmans belangrijxc2xadker dan het tekenen van standaardtypen.In de volgende jaren puxc2xadblixc2xadceerde hij in De Gids drie artikexc2xadlen over tekenen en kunstamxc2xadbacht. Zijn laatste publicaxc2xadtie leidde in 1865 tot de benoeming als lid van de examenxc2xadcommisxc2xadsie voor de akte middelbaar onderxc2xadwijs. Hij trad op als deskunxc2xaddige voor de vakken tekenen en boetsexc2xadren.Huijsmans bleef zich inzetten voor het tekenonderwijs. Hij pleitte voor de oprichting van een avondcursus voor meisjes aan het Stads Teeken Instituut. In een ingezonden brief zette hij het belang uiteen van deelname door meisjes uit minder gefortuxc2xadneerxc2xadde families, ‘die bij eenigen aanleg en volgehouden studie tot een eervol middel kan geleiden, om zelve onafhankexc2xadlijk in hare behoefxc2xadte te voorzien’. De avondcursus kwam er in 1862. Op 25 november 1865 werd Huijsmans benoemd als leraar handtekenen aan de Rijks-H.B.S. Willem II te Tilburg en het jaar daarop verhuisde hij met twee van zijn zusters naar Tilburg. Hij vond deze functie aantrekkelijker dan zijn werk in Breda, omdat ze hem een onafhankexc2xadlijke positie verschafte. Tekenen werd er niet als een bijzaak beschouwd zoals op de K.M.A. In Tilburg kreeg hij een tekenzaal die hij geheel naar eigen inzicht kon inrichten. En ook het tekenonderxc2xadwijs kon hij er op eigen manier opzetten. Op basis van een studiexc2xadbezoek aan Belgixc3xab, waar het tekenonderwijs beter functioxc2xadneerde, en op grond van zijn eerdere ervaringen, ontwierp hij een eigen leerplan. Zo vroeg mogelijk moesten leerlingen eenvoudige voorxc2xadwerpen in drie dimenxc2xadsies leren schetsen. Beheersing van het perxc2xadspectief ofwel ‘doorzichtkunde’ vond hij belangrijk voor zowel bouw- en werkxc2xadtuigkunxc2xaddigen als voor kunstexc2xadnaars. Als hulpmiddel vond hij het potlood een uitermate geschikt voorwerp omdat het eenvoudig en gemakkelijk te hanteren was. De leerlingen tekenden naar platen en gipsmodellen, waarbij Huijsmans’ voorkeur uitging naar artistieke voorbeelden.Tussen september 1866 en maart 1868 gaf hij er tekenles aan de jonge Vincent van Gogh, die toen leerling was van de Tilburgse Rijks-H.B.S. Door zijn kennis en enthousiasme heeft hij Vincent zeker gexc3xafnspireerd.Na zijn pensionering verhuisde Constantijn Huijsmans naar Den Haag, waar hij in 1886 overleed. In 1887 werd hij bijgezet in het graf van zijn vrouw Louise in Teteringen.BronnenH.F.J.M. van den Eerenbeemt, De onbekende Vincent van Gogh, Tilburg, 1972J. Immerzeel, De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldxc2xadhouxc2xadwers, graveurs en bouwmeesters van het begin der vijftiende eeuw tot heden, Amxc2xadsterdam, 1842.Christaan Kramm, De levens en werken der Hollandsche en Vlaamxc2xadsche kunstschilxc2xadders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters, van den vroegsten tot op onzen tijd, Amsterxc2xaddam, 1857.Ad. C. Willemen, Constant Huijsmans’ laatste reis, Tilburg, 1989.Bredasche Courant, 27 augustus 1825 en 8 december 1861.‘De tentoonstelling van ’s Gravenhage in 1845′ in: Kunstkronijk, jrg 6, 1845-1846, 2.Dit artikel verscheen eerder in: J. van Oudheusden e.a. (red.), Brabantse biografiexc3xabn. Levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Noordbrabanders. Deel 1 (Uitgeverij Boom en Stichting Brabantse Regionale Geschiedbeoefening, Meppel/Amsterdam 1992).