De oude media: kranten enz.

Het is lang geleden dat ik een goed artikel las in Vrij Nederland.
Maar deze week was er dan toch een.
Als Vrij Nederland het medicijn dat beschreven staat in dit artikel,
niet snel zelf gaat slikken
zal het ook met hen snel met ze afgelopen zijn.

Het probleem met kranten en tijdschriften is
dat ze erg snel, veel minder gelezen worden.
Tien, vijftien jaar geleden zei iedereen nog:
“Nee, een krant lezen op het web, dat gaan wij niet doen!”.

Mijn vader, al tien jaar met pensioen, zelf graficus,
heeft het grootste deel van zijn werkzame leven
bij een regionaal dagblad gewerkt.
Leest nog iedere dag die krant, maar leest ook dagelijks kranten online.

L., mijn persoonlijke tipgever voor verhalen zoals dat van gisteren
over het Speelhuis in Breda (uit BN/De Stem),
las iedere dag de krant als onderdeel van het dagelijks ritueel.
Ze is niet merkvast maar las toch iedere dag de krant.
Leest nu dagelijks meerdere kranten online.
Nee, niet via een web abonnement, gratis.





Vrij Nederland, 9 mei 2009.



Deze week sprak ik een jonge Chinese programmeur op mijn werk.
Hij is vier jaar in Nederland.
Kwam hier om te studeren.
‘Goedemorgen’ is waar zijn gesproken Nederlands zich toe beperkt.
Ik vroeg hem (los van dit verhaal) of hij een krant las.
Het antwoord was: “Ja de Metro, zo’n gratis krant.’

Ikzelf lees eigenlijk geen krant meer.
Las hem vroeger dagelijks.
We hebben nu een weekend abonnement.
Maar met al het nieuws, dagelijks op radio, tv en internet,
is ’s avond de krant oud nieuws.

Wat moet je daar als krant aan doen?
Dat is het onderwerp van het interview van Maurits Martijn
met Jeff Jarvis.

Vrij Nederland, het hele artikel

Gelukkig staat dit artikel ook online en kan ik dus de belangrijkste stukken
gebruiken in deze blog zonder ze helemaal foutloos te moeten overtikken
(niet mijn sterkste punt van het bloggen).

Wat wordt er gezegd:

‘Ik doe met hoofdredacteuren en uitgevers vaak het volgende gedachte-experiment: stel je de dag voor xe2x80x93 en die dag komt snel xe2x80x93 dat je de drukpersen voorgoed uitzet. Wat ben je dan? Vrij Nederland is een merk, met een waarde. Wat is die waarde als je niet meer op papier verschijnt?’

Wat moet Vrij Nederland doen om aan de existentixc3xable crisis van de printmedia te ontsnappen?

Met het internet en Google is een geheel nieuwe wereld ontstaan. Voor de media betekent dit volgens Jarvis dat het niet meer alleen draait om de producten die zij maken xe2x80x93 hun ‘content’ xe2x80x93 maar vooral om het digitale netwerk waar ze deel van uitmaken. Jarvis beschrijft een verschuiving van de content economy, waar kranten en tijdschriften eigenaar zijn van artikelen en die verkopen naast advertenties, naar een link economy, waar content pas waarde krijgt als er door anderen naar gelinkt wordt. Je kunt nog zo’n mooi artikel schrijven, als niemand er aandacht aan besteedt, is het niets waard.

Ik zou zeggen dat die waarde bij Vrij Nederland in een aantal dingen zit. Duidelijk in de content. Een redactiezaal met slimme mensen die werken, leren, analyseren, verslagleggen en in perspectief plaatsen.

Er is ook een waarde die je niet kunt zien. Dat zijn de mensen om je heen. Wat weten zij? Vergis je niet: zij zijn ook erg slim. Het zijn mensen die van Vrij Nederland houden, of om dezelfde dingen geven als de redactie. De vraag is hoe je hun wijsheid te pakken krijgt.

De tijd is voorbij dat je een concurrentievoordeel had omdat je beschikte over een drukpers en een vaste plek in de kiosk. Vandaag heeft iedereen een drukpers: het internet.

In feite zijn de kosten die je maakt met het drukken van je product nu een nadeel. Eigenlijk druk je nu vooral voor de adverteerders die nog willen adverteren.

Vrij Nederland schrijft over veel thema’s. Moeten we specialiseren?
‘In het algemeen vraagt het internet om specialisatie. Als ik een tijdschrift in de VS koop xe2x80x93 Time bijvoorbeeld xe2x80x93 dan kom ik altijd in aanraking met onderwerpen waar ik niets van weet. Dat is prettig, maar online werkt het niet zo, daar vinden mensen wat ze willen vinden, door links en zoekmachines. Mensen zoeken specifiek naar onderwerpen en kiezen daarbij de informatie met het meeste Googlesap. Als ik iets wil vinden over het milieu en Nederland dan vind ik degene die daarover consequent het beste informeert. Degene met Googlesap. Iemand die er maar af en toe aandacht aan besteedt, wordt niet gelezen.’



Overigens is dat ook een les voor mijn blog.
Op mijn blog kun je, denk ik, niet echt een etiket plakken.
Natuurlijk er is veel cultuur en kunst maar
met golven ook andere onderwerpen zoals bijvoorbeeld Breda.
Maar goed mijn blog is dan ook een hobby.

En dan als troost voor de journalisten:


Het is vervelend dat veel kranten en tijdschriften zullen verdwijnen. Maar er is ook goed nieuws. We zullen chaos en verwarring zien. We zullen slechteriken zien die bij gebrek aan een waakhond met dingen weg gaan komen. En dan zal de gemeenschap opstaan en eisen om journalistiek. Het is aan de journalistiek zelf om aan die eis invulling te geven.’



Wil je weten hoe het met bijvoorbeeld de oplage aantallen van kranten staat?
De volgende site geeft de cijfers van 2007 en 2008:
Oplagen dagbladen

Samenvattend:
In nederland waren de oplagen voor alle regionale en landelijke kranten
in 2007: 4.618.343
in 2008: 4.387.390
Helaas geven ze maar cijfers over de laatste twee jaren.
Die verzachten, althans dat is mijn indruk, het beeld van de neergang enorm.