Alle tekst in deze log is afkomstig van BN/De Stem.
Dat is niet het geval met de foto’s.
Die heb ik vanavond gemaakt.
Met een uitzondering van een foto gemaakt door de archeologen
die ik op de website van de gemeente vond.

Logo Breda.
Bredaas plakboek: Een ouderwets partijtje golf
Vrijdag 12 september 2008
De Bredase Nassaus waren vooruitstrevende types, en mega-ambitieus.
Breda heeft prachtige monumenten als de Grote Kerk aan hun pronkzuchtige dadendrang overgehouden. Graaf Hendrik III (1483-1538), een van Europa’s hoogste edelen, was zelfs je reinste modernist. Hoogstpersoonlijk importeerde hij de Renaissance vanuit Italie naar Noordwest-Europa, teneinde zijn hofstad – Breda – met veel smaak en allure ingrijpend te moderniseren. Omdat hij de eerste was die de verworvenheden van die Zuid-Europese vernieuwingsgolf in onze streken introduceerde, kun je gerust beweren dat de Noord-Europese Renaissance in Breda is begonnen. Dat doen de Denen en de Zweden ook Die spreken al heel lang van de Hollandse Renaissancestijl en kennen het Kasteel van Breda als mooiste voorbeeld daarvan. Wat ook zou kloppen, als Hendriks palazzo niet in 1826-’28 met grof geweld tot cadettenkazerne was gereduceerd. Maar dat weten de meeste Scandinaviers – gelukkig ? – niet. Die statuszoekerij was een familietrekje van de Nassaus, wier eeuwenlange streberigheid uiteindelijk met een prinsentitel werd beloond. Ze zijn er nog lang aan verslingerd gebleven, net als aan hun moderniteit. Het was dan ook niet vreemd dat de halfbroers Filips Willem van Oranje en Maurits van Nassau besloten om conform de nieuwste ideeen van de Franse en Engelse adel een imposant recreatiepark voor privedoeleinden aan te leggen. Een lusthof. Er zou een warande – een bosachtig jagerspark met pauwen, herten en konijnen (nb. Konijnenberg!) – komen rond een sterrenbos: een stervormig bos met een padenstelsel als een achtspakig wagenwiel). Op de as daarvan kwam het ‘Speelhuis’, een achtkantig gebouwtje van vijftien meter doorsnee en drie etages in de vo=rm van inwendige galerijen. Hier konden de heren van Breda loungen, jagen en hun relaties onderhouden. Tegenwoordig heet zoiets: hospitality. De lusthof werd gesitueerd in de rivierpolder, Marckhoek, die even benoorden de kasteelgracht (nu: Academiesingel) begon en waarin ook het Belcrumse Bos lag. Van oost naar west liep de ‘Krogtdijk’ door de polder. Filips Willem, die rond dezelfde tijd de Bouverij (= Bouvigne) als jachtslot aanschafte, deed ook hier vanaf 1614 grondaankopen. Mogelijk moest de bouw nog beginnen, toen hij in 1618 stierf, maar Maurits liet rond 1620 het Speelhuis voltooien. De Bredase historicus Frans Gooskens ziet althans architectonische gelijkenissen tussen het Speelhuis, de Ned.-Herv. Kerk van Willemstad en het gemeentehuis van Klundert, die alle Maurits als bouwheer hadden. Gooskens vindt het bovendien aannemelijk dat bij het Speelhuis ook een maliebaan of palmalie is aangelegd – zeg maar: een golfbaan avant la lettre-, destijds de nieuwste rage bij de Europese adel. Hij vond twee sterke aanwijzingen. Op een kaart uit 1625 is een palmage (= maliebaan) aangegeven met dezelfde ligging als de huidige Speelhuislaan. Bovendien is het westelijke straatdeel – van de ‘knik’ totaan de oude Speelhuislocatie – exact de maliebaan-lengte van 750 meter. Welnu, als je zulk duur en trendy vertier aan je internationale relaties kon bieden, dan was elk partijtje jeu de mail natuurlijk statusverhogende hospitality. Klinkt bekend, niet?

Foto van de gemeente.

Watertoren en archeologische vondst op de voorgrond.
Lezing over Het Speelhuis
Donderdag 19 februari 2009
BREDA – In De Avenue in de Waterstraat wordt maandag een lezing gehouden door Frans Gooskens over Het Speelhuis. Dit buitenverblijf van de prinsen Filips Willem en Maurits werd rond 1618 gebouwd aan het einde van de Speelhuislaan. Daar heeft het ruim twee eeuwen gestaan.

Vondst in detail, koker in het midden al volgegooid met zand.

Van de andere kant.
Vondst traptoren speelhuis
Vrijdag 08 mei 2009
BREDA – Op de Speelhuislaan, ter hoogte van de vroegere machinefabriek Backer en Rueb, is bij archeologisch onderzoek het fundament gevonden van de traptoren van het speelhuis van de Nassau’s. Het fundament van de achthoekige traptoren van het in 1620 gebouwde en in 1824 gesloopte jachtslot bestaat uit een met bakstenen gemetselde cirkel.
In de holte van de fundering zijn tussen de puinresten oude bouwmaterialen gevonden, zoals dakleien, tegels, vensterglas en fragmenten van aardewerk en een drinkglas uit de 17e eeuw. Archeologe Joeske Nollen noemt de vondst een meevaller, zeker omdat van de fundering van het speelhuis niets meer te vinden is. Het speelhuis lag op een zandheuvel, op de kop van een Maliebaan, en is met fundering en al gesloopt. De Nassau’s speelde er vroeger een soort golfspel, op een 750 meter lange baan, de huidige Speelhuislaan. De opgraving, een proefsleuf, gebeurt in opdracht van de gemeente Breda in het kader van Via Breda en de ontwikkeling van een havenkwartier in de Belcrum. De fundering van de toren zal maandag al afgedekt worden. Mocht er ter plekke gebouwd gaan worden dan zal nader archeologisch onderzoek in de directe omgeving volgen. Maar nieuwbouw kan nog jaren op zich laten wachten, tot 2015, misschien wel 2020. In de toekomst, aldus een woordvoerster van de gemeente Breda, is het goed mogelijk dat de oude fundering van de torentrap zichtbaar wordt gemaakt als historische plek.



Met Backer & Rueb op de achtergrond.

Voor de volledigheid,
.

Voor de orientatie: naast de oude spoorlijn van de Belcrum. De twee pijlen rechts geven de spoorbaan aan. De pijl links wijst naar de resten van de trap.