De Beyerd



Kort geleden was ik in Cafe de Beyerd en trof daar een folder aan,
nou zeg maar stencil, over het cultureel centrum de Beyerd.
Hierna volgt de tekst van dit document.
Ik heb inmiddels ook nog wat foto’s gemaakt.
Die zitten in deze log vervlochten.

Beierd – Beyaert – Hospitale de Breda – Gasthuys – Hospitium – Pesthuis –
Dolhuys – Oude Mannenhuis – Cultureel centrum `De Beyerd` –
De Beyerd, centrum voor beeldende kunst.



De Beyerd, centrum voor beeldende kunst is gehuisvest
in het vroegere oudemannenhuis aan de Boschstraat te Breda
en staat bekend als een van de oudste gebouwen van de stad.
Beyerd/Beyaert betekende volgens Verdam oorspronkelijk ziekenzaal,
gemeenschappelijke eetzaal in een gasthuis, passantenhuis.
De stam van het woord Beyaert zal wel verband houden met “baaierd”,
dat is “ordeloze massa, chaos”

“Verdam” verwijst naar J. Verdam. Hij en E. Verwijs waren de samenstellers
van het Middelnederlandsch woordenboek 1885 – 1952, 11 delen.


Reeds in het jaar 1246 wordt het gebouw gemeld:
Godfried van Schoten, Heer van Breda,
schenkt een bedrag van 31 Leuvense ponden aan het “Hospitale de Breda”,
de vroegere benaming van het gebouw.
Kort daarvoor schijnt het gebouw te zijn opgericht als “Gasthuys”.
Het was in verband met de ligging buiten de stad een herberg
voor vreemdelingen en armen.
Het Gasthuys lag dus oorspronkelijk buiten de oude stadskern,
die erg klein was en niet veel meer betekende dan centrum,
c.q. bolwerk van de Baronie.
In 1252 verkreeg Breda, ommuurd en omwald, haar stadsrechten
van Heer Hendrik van Breda.



De poort in de stadswal, die naar het Gasthuys voerde,
werd Gasthuyspoort genoemd,
gelijknamig aan de straat waarin het gebouw lag.
Later werd het Gasthuys door de urbanisatieplannen
van Graaf Hendrik III (circa 1540) binnen de stad getrokken.



Tot ongeveer 1325 heeft het Gasthuys of “Hospitium” tevens dienst gedaan
als verpleeghuis voor zieken.
Later werd De Beyerd als dependance van het hospitaal, vervolgens als Pesthuis
en tot slot als “Dolhuys” gebruikt.

Het Gasthuys werd spoedig een toevluchtsoord voor oude en gebrekkige lieden,
die eerst als Proveniers (dit zijn personen die een prove
of geregelde uitkering van spijs en drank genoten),
later ook als Broeders (vanwege de onderlinge band en verplichtingen
tussen de huisgenoten) werden aangeduid.
Vaak moesten deze proveniers en broeders een aanzienlijke som geld betalen
om opgenomen te worden in het Gasthuys,
vaak moesten zij ook hun bed en kleding meebrengen.
Voor zover het hun gezondheid toeliet moesten deze proveniers of broeders
door huishoudelijke en andere noodzakelijke arbeid in hun onderhoud voorzien.

Het Gasthuys had een eigen bakkerij, brouwerij en groentetuin.

In de zeventiende eeuw werden ook de zogenaamde buitenproveniers opgenomen,
personen die niet in het Gasthuys woonden, maar wel gekleed en gevoed werden
door de inwoners van het Gasthuys.

Voor deze mensen werden 16 kleine huisjes aan de Pasbaan gebouwd.
Na de verbouwing van deze woningen
werd de gevelsteen in 1883 opnieuw aangebracht.

De tekst op de steen luidt:

M.D.C.L.XXXIIII
TOT BORGERS GERIEF EN
GASTHUYS PROFYT
SOO HEEFT AL RENTMEESTER IN
SYN TYT
ADRIANUS VAN OVERVELT
DEZE HUYSINGEN GESTELT.

De voorgevel van De Beyerd werd pas in 1643 vernieuwd
door Meester Laureys Drijffhout,
Dordtenaar van geboorte, maar sinds lang in Breda wonend.



De twee figuren Thijs en Geert (boven de poort van Bentheimer steen’
zijn geliefd in Breda, wat blijkt uit het sprookje,
dat op de laatste dag van het jaar de twee mannen hun stok verwisselen
en dan een praatje maken waarbij de een tegen de ander zegt:
“Ja, ja, we worden oud en xc2xb4t staan in weer en wind
valt op den duur niet mee.
mijn broer, mxc2xb4n beste vrind”.







Het klokje van De Beyerd is genaamd “Maria”; het werd in 1502 gegoten
door de gebroeders Willem en Jasper.

“Willem en Jasper” staat er in de tekst.
Er staat geen achternaam bij.
Zou dit kunnen gaan om Willem en Jasper van Wou.
Zonen van Geert van Wou, de bekende gieter van klokken en kanonnen ?


Tot 1955 heeft het complex dienst gedaan als oudemannenhuis.
Toen bleek echter dat exploitatieniet langer mogelijk en nodig was,
dankzij de diverse sociale voorzieningen
en betere huisvestingsmogelijkheden voor bejaarden in de stad.
Het gebouw werd toen aangekocht door de gemeente Breda
en professor Eschauzier kreeg de opdracht het gebouw te verbouwen
tot cultureel centrum voor Breda en de regio,
het huidige centrum voor beeldende kunst.



Vanaf 1 april 2005 is de Beyerd gesloten.
In het voojaar van 2008 zal het heropenen
als Museum voor grafische vormgeving.





Beierd – Beyaert – Hospitale de Breda – Gasthuys – Hospitium – Pesthuis –
Dolhuys – Oude Mannenhuis – Cultureel centrum `De Beyerd` –
De Beyerd, centrum voor beeldende kunst.

De Beyerd museum voor grafische vormgeving