Mstislav Rostropowitsch

Mstislav Leopoldowitsch Rostropowitsch
geboren 27 maart 1927 – overleden 27 april 2007

Rostropovitsj gaf zijn eerste celloconcert in 1942.
De cellist kreeg in eigen land verscheidene onderscheidingen
maar conformeerde zich niet aan het Sovjet-regime.
Hij onderhield contact met Sjostakovitsj
toen deze uit de gratie viel bij de communistische autoriteiten,
en smokkelde diens muziek naar het Westen.
In 1970 schreven Rostropovitsj en Visjenvskaja
een open brief aan de autoriteiten,
waarin zij het opnamen
voor de dissidente schrijver Aleksandr Solzjenitsyn.
De brief verscheen in de westerse media
en de reactie van het Kremlin was rigoureus.
Concerten, tournees en plaatopnamen werden geschrapt.
Rostropovitsj vertrok in 1974 met zijn gezin uit de Sovjet-Unie,
nadat de autoriteiten hem zijn staatsburgerschap hadden ontnomen
omdat hij de dissidente schrijver Aleksandr Solzjenitsyn
vier jaar lang onderdak had geboden.
In 1990 keerde Rostropowitsch naar zijn geboorteland terug en kreeg
zijn Russische staatsburgerschap terug.
Tijdens de staatsgreep in 1991 reisde de cellist spoorslags af naar Moskou,
waar hij dagenlang in het belegerde ‘Witte Huis’
de personificatie was van de steun die de Russische president Boris Jeltsin
en laatste Sovjetleider Michaxc3xafl Gorbatsjov genoten
van het Westen en de Russische intelligentsia.



Met dank aan Wikipedia.